De laatste crisis is voortgekomen uit een gebrek aan regulering, de volgende komt voort uit ons onvermogen om te ontregelen.
Het gebrek aan regulering dat de financiële en eurocrisis heeft veroorzaakt, is vooral een gebrek aan scherpte in de bestaande regelgeving. Een kwestie van te lage en te vage normen, die ook nog eens niet goed werden gehandhaafd. Als een razende zijn we nu bezig die fout te herstellen. Op alle niveaus, waaronder zeker ook het Europese, komen er nieuwe en scherpere regels bij. Wie daar tegenin wil schrijven, doet dat dus erg tegen de tijdgeest in. Het probleem schuilt echter niet in de aanscherping, maar in de stapeling.
Neem het meest recente voorbeeld, Vestia. Je kan zeggen dat er scherpere regels voor de derivatenhandel in de coöperatiesector zouden moeten zijn. Je kan zeker zeggen dat er beter toezicht op deze corporatie had moeten zijn. Maar niemand kan zeggen dat er niet al veel regels en toezichthouders zijn. Wat dat laatste betreft: naast de toezichthouders die er op de financiën van coöperaties zijn, plus de accountant, zijn er vanuit de branche nog minstens twee serieus te nemen auditsystemen in de sector en dan vergeten we nog de tientallen op maat gemaakte interne initiatieven. En dan zou er als reactie op dit incident nieuwe regels en nog een toezichthouder bij moeten komen? Dan toch alleen als er eerst wat regels en hun toezichthouders verdwijnen? Wat er dan nog is moet scherpere tanden tonen. Diginotar had te maken met 8 toezichthouders. Allen bleven binnen het mandaat van hun regels, allen faalden.
In ons land hebben we te maken met ruwweg 1,5 miljoen wetten, regelingen en beleidsregels van overheden. Daarin verdwaalt iedereen; niet alleen de burgers en bedrijven, maar ook de overheid zelf. Er is geen 'eigenaarschap' meer. Het belang ontbreekt te zeer om regels te kennen of te volgen. En wie zich realiseert hoe snel computers de beslissingen nu al voor ons kunnen nemen, in de vorm van algoritmes en andere regels, zou kunnen denken dat we dat eigenaarschap al uit handen hebben gegeven. Nee, voor echte verandering is een vorm van ontregelen nodig. Het niet meer willen regelen, het zelf doen - op basis van eigen waarden en normen, op basis van gedeeld belang.
Dan is het toch prachtig dat kabinet en politiek steeds meer op zelfregulering inzetten? Laat de sectoren het zoveel mogelijk zelf doen! Die zouden beter dan de overheid moeten weten welke normen van toepassing zijn. En ja, dat zou normaal gesproken ook kloppen. Zelfregulering is superieur aan regulering, zeker als je meent, zoals deze schrijver, dat sturing van onderop beter werkt. Het eigenaarschap moet zo laag mogelijk worden gelegd. Helaas, het principe klopt, de praktijk stinkt. Er stijgt een rottingslucht op uit laag op laag van interne normen, overgenomen overheidsregels, aanvullende certificeringseisen, softwareregels en dichtgeregelde professionaliseringseisen. Er komt steeds meer bij, er gaat zelden iets af. Het wordt een humuslaag van zelfregulering.
Wat ik uit het beleidsveld hoor, is dat overheidsregelgeving die in het kader van administratieve lastenverlichting wordt afgeschaft, 1:1 alsnog wordt overgenomen door het veld en nog van een branche-eigen kop wordt voorzien: netto een groei van de regulering.
Wat ik uit het toezichtveld hoor, is een wildgroei aan certificeringsschema's die niet genoeg doorwerken om door inspecteurs serieus te worden genomen.
Wat ik uit bedrijven zelf hoor, is een situatie waarin ze branche-eisen nauwelijks nog onderscheiden van overheidseisen.
Wat ik van kwaliteitsfunctionarissen hoor, is dat ze vaak alleen nog met grote druk een nieuw systeem in moet voeren. Hoezeer het bedrijf er ook om lijkt te schreeuwen, de weerstand tegen iets dat boven op de bestaande eisen en regelingen komt is welhaast fysiek.
Ontregelen dus, en snel. Misschien moeten we leren wat de overheid al heeft moeten leren: goede regels maken is een vak, een moeilijk vak. Al snel woekeren goede bedoelingen onder. Maar er is een probleem. Het principe van zelfregulering mag niet ter discussie worden gesteld. De overheid - het ministerie van ELI voorop - zet er zwaar in om zowel haar doelstelling voor administratieve lastenverlichting als die van taakafstoting te realiseren. Het georganiseerde bedrijfsleven - VNO-NCW voorop - wil voorkomen dat 'het laatste restje' autonome ruimte wordt weggenomen en weten ook dat het nu niet populair is voor minder regelgeving te pleiten. Overheid en ondernemersorganisaties benoemen het probleem daarom niet krachtig genoeg. Totdat alles zo ver verstikt in de humuslaag van zelfregulering dat er geen ondernemersinitiatief meer wil groeien, ook al mag het overheidsbeleid geslaagd heten. Dan heb je de volgende crisis te pakken en kan je geen kant meer op. Wakker worden allemaal, dit kan en moet anders. Minder, maar wel scherper.
Peter Noordhoek
NB1 De termen ontregelen en dereguleren verdienen een nieuwe positionering. Vaak wordt de term deregulering gebruikt als het om grootschalige vermindering van regelgeving te komen. 28 jaar studie van het fenomeen leert me dat het technisch niet mogelijk is om tot een wezenlijke vermindering van regelgeving te komen. Allerlei wetmatigheden in het gedrag van overheid en samenleving maken dat deregulering al te snel tot herregulering gaat leiden. Zonder de gedragskant - abstinentie, terughoudendheid, cold turkey gaan - lukt het niet. Deregulering is nu voor mij niets anders dan het technisch terugkappen van beplanting om ruimte te maken voor een niuewe plant. Ontregelen is het weigeren om nieuwe beplanting aan te leggen (en soms zelfs bestaande te negeren).