Donderdag in Zandvoort voor een opleiding, vrijdag naar Bosnië-Herzegowina, zaterdag, training geven, zondag terugreis, maandag weer in dezelfde training in Nederland. Een intermezzo. Vaker gedaan, zei die blasé. En toch.
Bosnië-Herzegowina is een land van grafstenen. Het doet het land geen recht door het zo te zeggen en de mensen daar zullen het waarschijnlijk niet zo zien, maar het is wel mijn ervaring, Juist nu de meer zichtbare kenmerken van de burgeroorlog aan het verdwijnen zijn en plaats maken voor de kenmerken van een 'normale' samenleving, wat dat ook is, zijn de stenen voor incidentele gasten zoals ik de grote markering van het verleden. Dat begint al in het vliegtuig, althans als je aan de linkerkant bij het raam zit. Terwijl het vliegtuig de landing inzette voor Sarajewo, meende ik een besneeuwde heuvel te zien. Maar toek keek ik nog eens en bleek het een enorm kerkhof te zijn, hectares groot, vol witte stenen. Heb ik van gehoord, bedacht ik later, maar wat is het groot. Eenmaal geland gingen we via de stad dieper het land in. Voor zover je kunt zien, een normaal Balkanland. Met groei, met steeds betere auto's en overal tekenen van nieuwe welvaart. Een keer zie ik een paard en wagen midden op de weg, maar dat is nu echt een anachronisme. Heel normaal zijn de auto's die vlaggen op hun dak hebben omdat die dag het nationale elftal een kwalificatiewedstrijd tegen Portugal speelt. Maar ook dat lijkt vooruitgang, want ik kan me herinneren hoe weinig steun het nationale elftal in 2006 in eigen land had. Maar wat blijft zijn de graven, overal langs de wegen.
We komen in Fojnica, in centraal Bosnië, op een enorm kuur- annex conferentieoord. Maf. Ik heb er geen ander woord voor, of het moet het woord prachtig zijn. Maar gevoel voor het land geeft het niet. Dus bij de eerste gelegenheid, tegen de avondschemer, glip ik mijn appartement uit en ga door de straten dwalen, de avondschemering tegemoet. Het kleine centrum is modern, op toerisme gericht. Een bruid en bruidegom worden op de foto gezet voor een prachtige boom. Buiten het centrum vertakken de wegen zich de heuvels in en worden de huizen kleiner. Er zijn nogal wat voorbeelden van de half afgestucte gevels die helaas zo kenmerkend is voor de Balkan, maar het geheel voelt prettig geleefd aan. Ik ruik houtkachels, logisch met overal bebossing boven de huizen. En ook hier de grafstenen. Islamitische. Ongeveer de helft oud en bruin verweerd, sommige met een soort tulband rond de slanke top. De andere helft is wit en van recenter data. Bijna allen met sterfdata rond het begin van onze eeuw.
Ik ben bij mijn tweede begraafplaats als het Allah Ahkbar uit de speeker van een dichtbijzijnde moskee begint te klinken. Het blijft een schok om het te horen op het Europese continent. Ik zal er nooit aan wennen. En tegelijk realiseer ik mij dat continent van ons niets is zoals het lijkt. De Bosniaks, de moslims, zijn in dit land de moderne stroming. Zij vormen het meest vooruitstrevende deel van de bevolking hier. Elke keer als ik hier een training mag doen zijn zij het meest ontvankelijk voor wat ik te zeggen heb. Ik kan er heel diplomatiek over doen, maar het zijn vooral de Serviërs die ik op een heel ander niveau moet benaderen. De Serviërs willen altijd eerst een partijtje armpje met je drukken (zo zou het ook deze keer gaan). Daarna zijn het overigens weer prima mensen om mee aan de slag te gaan, maar waar het me om gaat is de omkering van verwachtingen. Dat krijgt nog een extra echo als ik door een deel van de stad met wat echt oudere huizen loop. Eerder dit jaar deed ik een training in Istanbul. In een Harry Potter-achtige boekhandel kocht ik een biografie van Ataturk, de stichter van de moderne Turkse staat. Hij begon nade Eerste Wereldoorlog met een enorme verwestersing van Turkije, inclusief een strikte scheiding van kerk en staat. Hij is geboren op de Balkan, toen nog vol onderdeel van het Ottomaanse rijk. En ik realiseerde mij dat de foto's die ik in het boek had gezien van de huizen uit zijn jeugd wat leken op de huizen die ik hier zag. De clash of civilizations, gewonnen voor het westen door iemand uit deze regio. En weer verloren in deze regio. De kerklokken van het Franciscaner klooster bovenop een heuvel volgden het Allah Akhbar op. Tijd voor de avondmis.
De training was weer heerlijk om te doen. Een campagnetraining met het oog op de lokale verkiezingen in 2012. Het gemeenteniveau is zo'n beetje de enige bestuurslaag die werkt in het land, dus daar wordt de energie op gericht. Bosnië-Herzegowina is een land dat zich, net als de rest van de Balkan, behoorlijk aan het ontwikkelen is, er is groei, en dat wordt vooral op lokaal niveau georganiseerd. Het lijkt er op dat de politiek voor alle andere niveaus de uitlaatklep is voor onverwerkt verleden. In zekere zin; een manier om het leefbaar te houden. Denk ik. Zoals een hotemetoot het zei richting de deelnemers: 'You cannot ask rational people to explain the irrational'. Zelf had ik veel plezier om Nederlandse campagneprincipes zo uit te leggen dat ze voor de lokale situatie hanteerdbaar werden. De opleidingen werd hier georganiseerd door IRI, een Amerikaanse democratiseringsinstituut. Op hetzelfde moment speelde er in hetzelfde oord een vrolijk en luidruchtig evenement voor allemaal vrouwelijke kandidaten, georganiseerd door een Noorse partij (ja, een snelle echo van Breivik kwam en ging in mijn hoofd). Al met al een forse investering in het land. En terecht. het meeste moeten en kunnen ze zelf doen. Tegelijk is er een groot een strategisch belang om ze midden in een oh zo kwetsbaar proces door te laten modderen. Dat geldt in het groot voor de Europese (munt)unie, het geldt in het kleinere voor de deurdrempel van Europa, de Balkan.
Zo, maar nu ben ik weer terug in Nederland, voor een van de spannendste weken van het jaar. Maandag intake gesprekken voor een nieuwe leergang, maar dat is nog releaxt. Dinsdag spreken op de intenationale 'ProHRO' conferentie over het verschil tussen inspectierapporten voor basisscholen en de uitkomsten van vragenlijsten gebaseerd op het HRO-gedachtengoed. Woensdag en donderdag uitreiking European Public Sector Award in Maastricht en donderdag de uitreiking van mijn boek op het VM-Jaarcongres. Whiew. Ik hou de lezer op de hoogte. En geloof me dat ik het begrijp als u zegt 'that's a bit much'.
Peter Noordhoek