CONTACT

Stop met de depolitisering van de partijfinanciering

8 mei 2016
Peter

Wij geven minder aan onze politieke partijen uit dan aan wat dan ook en verwachten er ondertussen alles van of geven het van alles de schuld. De betrokken politici doen de vertegenwoordigende democratie geen dienst door de discussie over partijfinanciering uit de weg te gaan, zeker zolang een beetje voetbalspits meer kost dan wat we voor onze partijen over hebben. Het is tijd voor een nieuwe inhoudelijke vergelijking om te bepalen wat we voor een partij moeten bijdragen.

Komkommertijdthema
Deze dagen ging het weer even over de financiering van de politieke partijen in Nederland. De traditionele partijen, waaronder het CDA, verliezen gestaag leden. Omdat de subsidie van de partijen in sterke mate is gekoppeld aan het aantal leden, zorgt dat voor grote schokken in de beschikbare budgetten, terwijl huurcontracten e.d. nog op de situatie in het verleden zijn gebaseerd. Een oplossing zou het verhogen van het vaste subsidiebedrag kunnen zijn. Gelijk wordt de discussie de kop ingedrukt met wat verontwaardigde stemmen.

Het is geen nieuwe discussie. Zoals Bart van Meijl, de nuchtere penningmester van het CDA, terecht zei: het is typisch een komkommertijdthema. De reactie op elk artikel is dan ook voorspelbaar: een reeks tweets en berichten waarin reaguurders weer “graaiers!” kunnen roepen en er digitaal “voor dat zooitje geen cent!” kan worden geschreeuwd. De net iets meer genuanceerden zeggen dat de partijen dan maar meer sponsoring moeten zoeken. Binnen de regels, uiteraard.

Waar is de tegenstem?
Te weinig klinkt een tegenstem, komkommertijd of niet. Iedereen wordt meegezogen in het beeld de crisis in de democratie. Daar lijkt het wel wat op. Kijk alleen maar naar de presidentsverkiezing in de VS, waar de ‘Grand Old Party’ als een vaatdoek over de heg hangt, gekaapt en gebruikt door Trump. Overal in Europa hebben we te maken met een versplinterde politiek, waarin oppositievoeren wordt beloond en verantwoordelijkheid nemen gehoond. Ook hier in Nederland is het raak, met een virtueel grootste partij die slechts één lid kent.

Iedere tijd is de ergste tijd
Tsja. Zolang de democratie er is, verkeerd deze in een crisis. Is het nu erger dan in de jaren zestig? Of rond Fortuyn? Kom nou. In rationele termen speelt er nu vooral de nasleep van een crisis in combinatie met een digitale revolutie. Dat is op zich wel serieus te nemen en daardoor reageren we naar het lijkt heftiger op verschijnselen dan in vergelijkbare tijden. Ja, dat geldt ook voor de vluchtelingencrisis. Maar wat is oorzaak en wat het gevolg?

Maar goed. Als iets als een crisis wordt beleefd, dan doen we er wijs aan het ook als een crisis te behandelen. Dan komt vervolgens wel de vraag aan de orde wat de oplossing moet zijn. En dan weten de critici vooral wat we niet willen, niet wat we wel willen. Het wondermiddel van het referendum smaakt naar levertraan en kwakzalverij. Elke kans om op een Zwitserland-achtige wijze referenda te gaan uitvoeren is de grond in geboord. En voor al diegenen die in social media een alternatief zien voor de parlementaire democratie: alle social mediakanalen zijn in de handen van niet-Europese grootmachten als Google en Facebook die volstrekt controleren wat u wel of niet mag publiceren, daar commercieel gebruik van maken en alleen aan aandeelhouders een beetje verantwoording afleggen. Natuurlijk; social media bieden een prachtig manier om snel en ‘gelijkwaardig’ te communiceren, maar laten we niet doen alsof het een alternatief is voor parlementaire democratie.

Gebrekkige alternatieven
Meer sponsoring en ‘eigen inkomsten verwerving’ als oplossing dan? Geen twijfel, zeker op Europees niveau zal het die kant opgaan. Maar veel bedrijven staan echt niet te springen om om in politieke partijen te investeren, net zomin als ze een investering in een krantenbedrijf nog een goed idee vinden. Wat mij gelijk bij de enige partij brengt die er wel degelijk wat in ziet: de media. De wijze waarop de media Trump in de VS en Fortuyn en Wilders hier niet met rust kunnen laten, werkt ook hierin door: het vooruitzicht op boeiende kopij, alle fraai verwoorde redactionele zuchten over deze personen ten spijt.

Democratie is hard werk
Er is één argument in de hele discussie over de meerwaarde dat te weinig wordt gehoord. Wat is het onderscheidend kenmerk van een politieke partij? Dat het kan organiseren. Sorry, maar democratie is hard werk. Niets gaat vanzelf – en zeker democratie niet. Oh, hoe onderschatten we dat.

Anders dan elk alternatief dat tot nu toe opkomt in de discussie over democratie, zou een politieke partij op basis van een langere termijnblik (noem het ideologie) mensen en ideeën op zo’n manier kunnen organiseren dat we geholpen worden bij de keuze in het stemhokje. Meer nog dan de fracties verdienen partijorganisaties steun. De partij organiseert de basis en kan bij een goed functionerende interne democratie voor tegenwicht zorgen tegen bijvoorbeeld vertegenwoordigers die te lang op het pluche zitten. Niets of niemand anders kan dat zo goed. Dat zou je kunnen koesteren. Want zo doorgaan is dodelijk. Aan de ene kant vinden we dat elke cent die naar een partij gaat graaiersgeld is. Aan de andere kant zijn we met z’n allen woedend omdat er niet geluisterd wordt en dat ‘de politiek’ niet werkt. Het is toch echt één van twee. Niets komt voor niets.

Vergelijking in geld
Laten we eens naar de budgettaire ruimte kijken. In een prima artikel zet Gijs Schumacher het nog eens goed op een rij. PvdA, VVD en CDA kregen in 2014 respectievelijk 10, 8 en 5 miljoen, samen 23 miljoen euro. In vergelijkend perspecteif is dat ver beneden Duitsland en dat is weer helemaal niets in vergelijking met de verkiezingsuitgaven voor een enkele staat in de verenigde Staten. De partijen brengen in Nederland een heel fatsoenlijk percentage (ca. 50%) bij elkaar in termen van ledenbijdragen (en dat nog zonder de bijdragen in tijd van de leden-vrijwilligers in geld om te zetten. Hier lijkt het plafond wel zo'n beetje in bereikt, maar het is geen slechte prestatie. Sponsorgelden zijn, zoals gemeld, relatief beperkt en er is eigenlijk ook wel consensus dat dit beter zo kan blijven.

Bewust worden hier de kosten van de volksvertegenwoordigers hier niet bij opgeteld, die om goede redenen 100% door het rijk worden gefinancierd. Om die reden mogen fracties hun budgetten ook niet gebruiken voor partijpolitieke uitgaven. Via accountantscontroles wordt daar ook scherp op gelet, zoals ik vanuit ervaring in zowel het landelijke als het Europese kan bevestigen.

Wat is redelijk? Wat is de inhoudelijke basis daarvoor?
Maar hoe bepaal je dan wat een redelijke bijdrage is? Eigenlijk is de laatste jaren niet veel meer gedaan dan de trend volgen, en soms zelfs dat niet. Een inhoudelijke basis voor de bijdrage wordt niet gegeven. Niemand die dat kennelijk durft. Toch valt daar wel iets op te bedenken. Dan moeten we terug naar het denken in termen van machtsbalans. Een politieke partij is slechts een van vele maatschappelijke factoren. Uiteindelijk zou je willen dat al die partijen zich op de redelijke wijze tot elkaar verhouden. En dat in termen van bevoegdhedenheden natuuurlijk, maar dat kan je tot op zekere hoogte ook uitdrukken in geld.

Een ongemakkelijke vergelijking
Dat is ongemakkelijk en dan zie je dat Schumacher zich beperkt tot het maken van een vergelijking tussn de 23 miljoen euro die de drie partijen per jaar krijgen en de prijs van een goede spits in het voetbal. Leuk en relativerend, maar waarom niet een stap verder gaan? Waarom niet de vergelijking (ook op basis van 2014) maken met andere ‘spelers’ zoals een bank, een automatiseringsbedrijf of – hoe durf je – een krantenredactie. Waar komt dat dan op uit?

Ik ben er aan begonnen en weer mee gestopt. Alleen al de uitkeringen aan de leden en oud-leden van de Raad van Bestuur van de betreffende bank kunnen de kosten van een politieke partij dekken. De kosten van een hoofdkantoor, mogelijk geschikt voor vergelijking, worden niet opgeschreven of vallen weg in de miljarden personeelskosten. Het budget voor de partijen valt meer dan weg tegen de kosten van een enkele reorganisatie van de Belastingdienst. Alleen bij de media komt het een beetje in de buurt: het totale bedrag van overheidssubsidies voor de 3 partijen is gelijk aan de uitgekeerde salarisisen van 1 media uitgever.

Elk vergelijking is ‘niet fair’ en ‘kijkt niet naar de aard van het bedrijf’. Absoluut waar en we moeten ook niet terecht komen ‘in de politiek van de jaloezie’. Maar de bedragen schuren wel, geven een heel ongemakkelijk gevoel. En de machtsvraag mag wel degelijk worden gesteld. Hoe kan je in redelijk verwachten dat onze democratie in leven wordt gehouden door instituten die nog geen fooi zijn op de balans van bijna al haar maatschappelijke tegenstrevers?

Stop met de depolitisering van de partijfinanciering
Columnist Ilja Pfeiffer legt de zwakheden van een democratie bloot: ‘Als de meerderheid van het volk wil dat het land naar de klote gaat, dan is daar niets tegen te doen. De democratie kan misbruikt worden en dat is een democratisch gegeven.’ Oh ja? En dat zonder strijd? Zo simpel gaat dat niet.

Het niet op realistische basis financieren van politieke partijen is in het grote schema der dingen een klein punt. Het doet op zich niets af aan het grotere probleem van angst en onzekerheid en kennelijk falende elites. Maar het maakt zo langzamerhand wel onderdeel uit van onze neiging lastige vragen weg te organiseren in vage formules. Het zou goed zijn als besluiten over de kosten van de (partij)democratie niet zouden berusten bij de politiek zelf, maar het is nu eenmaal wel het geval. Daarom is de eerste neiging om de kwestie van de partijfinanciering te depolitiseren. Maar die tijd heeft al te lang geduurd en wijst richting misbruik van democratie. Misschien is het wel zo dat de gemiddelde burger minder aan de vertegenwoordigende democratie wilt uitgeven dan aan zijn of haar festival bezoek, verzekeraar of media-abbonnement? Maar misschien ook niet. Hoe serieus nemen we de burger als we de burger laten wegkomen met het sluipend faillissement van de partijdemocratie zonder ze daar een stem en verantwoordelijkheid in te geven? Dan ga je toch minstens de strijd aan?

Peter Noordhoek

Geschreven zonder last of ruggespraak.

Tevens verschenen in Opiniestukken

Northedge

info@northedge.nl
 Copyright © 2020 -  All Rights Reserved
BTW nummer Northedge B.V.: 8192.31.472.B.01
KvK nr. Northedge B.V.: 29048758 Rotterdam
menu-circlecross-circle linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram