Wie was Lubbers? Ik weet het niet, ook al heb ik hem op vele manieren gevolgd. In een tijd dat er minder nieuwskanalen waren dan nu, maar al wel heel veel, was hij er altijd. Via kranten, tijdschriften en via televisie natuurlijk, maar vooral ook via zijn beleid, dat mij op allerlei momenten geraakt en geïntrigeerd heeft. Niet alleen omdat mijn afstudeerboek ging over deregulering, één van zijn beleidskinderen. Maar ook omdat zijn bezuinigen mijn baankansen hebben beïnvloed, positief of negatief. We studeerden voor werkloosheid in die jaren en dat kwam mede door zijn bezuinigingen. Aan de andere kant zorgden diezelfde bezuinigingen waarschijnlijk weer voor de ommekeer. En ook omdat ik in zijn jaren in militaire dienst zat en alles en iedereen verscheurd was door de kruisrakettenkwestie. In veel huiskamers ging regelmatig een neutronenbom af.
Dus op allerlei manieren bepaalde hij mijn leven en dat van iedereen om mij heen. Toch, eigenlijk heb ik nooit het idee gehad dat het nou allemaal zijn eigen beleid was, in de zin van de expressie van zijn persoonlijke overtuiging. Dat was niet zo. Hij kwam niet met beleid, hij kwam met oplossingen. Er was een probleem, hij dacht even mee, en hop, daar was de oplossing. Pas veel later, na zijn aftreden, begon ik door het lezen van wat teksten van hem – veel in reactie op Marga Klompé - te geloven dat het hem ernst was geweest, dat er wel degelijk een diepere laag van overtuiging was. In zijn jaren van regeren heb ik hem, zo moet ik bekennen, ook als christendemocraat, nooit helemaal vertrouwd. Of beter gezegd: nooit spontaan vertrouwd. Hij bewees zichzelf namelijk wel. Keer op keer. En misschien had ik beter moeten weten. Want de man die naar de Houtrusthallen toeging, naar het hol van de leeuw, moet een harde kern hebben gehad. Maar ik denk dat ik niet de enige was die gedurende het premierschap altijd twijfelde over zijn diepere bedoelingen.
Op meerdere momenten heb ik hem ook van dichtbij meegemaakt, vooral tegen het einde van zijn premierschap. Op vele congressen, maar ook op uitslagenavonden heb ik hem meegemaakt (inclusief geweldige omhelzing door de Surinaamse echtgenote van zijn maat Jan de Koning, op een van die bijzondere uitslagenavonden). En zelfs heb ik hem gezien op die ene avond, zojuist weer in het journaal teruggezien, dat Lubbers zei dat hij zijn stem zou geven aan Ernst Hirsch Ballin. Velen hebben geschreven dat hij daarmee het mes in de rug van Brinkman stak. Daar kwam het natuurlijk ook op neer, maar ook als ik het nu terugkijk, denk ik dat hij op dat moment eerder totaal onthecht bezig was, dan met een prinsenmoord. Hij leefde op dat moment in zijn eigen wereld, wist misschien niet eens zelf meer wie hij was. De strakke, altijd drie stappen vooruitdenkende macher was weg. Een impulsief reagerende Lubbers liep over Esscheriaanse gedachtentrappen die altijd weer bij hemzelf uitkwamen als enige gekwalificeerde premier. Zo tragisch – en niet alleen voor hemzelf. Omdat je er zelf bij bent geweest – een verkiezingsavond van het CDA Zuid-Holland, ergens in een bijna onvindbaar zaaltje in een buitenwijk – maakt zoiets natuurlijk extra indruk. En toch is het niet moeilijk om terug in de tijd te gaan en sterk onder de indruk van de man te zijn.
Lubbers kwam aan de macht toen ik van mijn militaire dienst naar de universiteit ging. En bijna gelijk leek er wat te kantelen. Meer dan we ons nu kunnen voorstellen. Van de chaos van Van Agt en Wiegel (en dat was het), kwam er opeens een lijn in. Er werd richting gegeven, op het gaspedaal gedrukt. Allemaal onder leiding van die voorheen zo wollig sprekende man. Ik denk dat het buitenland het eerder door had dan wij, of laat ik voor mijzelf spreken: opeens las ik in de Economist en Time over het einde van de ‘Dutch disease’ en was Lubbers een voorbeeld voor Thatcher. Wat een gigantische omkering. Allemaal onder zijn leiding. Wie het ook was, die Lubbers, hij had wel heel veel in zijn mars. Ik heb veel aan hem te danken. Ik denk wij allemaal.
Ergens in een klus zou een (auto)biografie van Lubbers moeten zijn, met Theo Brinkel als degene die de pen vasthield. Ik zou het nog graag willen lezen, maar ik weet bijna zeker dat ik na lezing nog steeds niet zal weten wie Lubbers was. Het maakt niet meer uit. Goede reis, Ruud Lubbers.
Peter Noordhoek