De campagnes starten op, het rumoer neemt toe en de eerste peilingen voor de raadsverkiezingen zijn verschijnen. Eerder heb ik in mijn blog van 29 december 2013 een voorspelling gedaan voor de uitkomst van zowel de raads- als de Europese verkiezingen en tot mijn plezier is dat breed gelezen. Hier zal ik mij helemaal op de raadsverkiezingen concentreren. Nog steeds heb ik het idee dat de landelijke peilers en analisten ernaast zitten. Niet omdat ze zo fout peilen – ik ben blij met de bescheidenheid van De Hond, die het complex noemt - maar omdat ze de fout maken vanuit landelijke trends naar de raadsverkiezingen te extrapoleren. Ik probeer dat deels andersom te doen en kom dan op andere uitkomsten.
Eerst even de consensus van deze voorlaatste week van januari:
De Hond vertaalt het vandaag zo in zetels (Ipsos heeft nog geen raadsprognose):
Er lijkt alle reden om het hier mee eens te zijn. Tenslotte vertonen de peilingen al een jaar ongeveer hetzelfde beeld, ook al is het sentiment rond het kabinet gekanteld. Toch valt, op het punt van de opkomst na, op elk van deze punten het nodige af te dingen. En voor het eerste punt moet goed nagedacht worden over de vraag welk effect het zal hebben. Zelf zal ik deze verkiezingen benaderen van uit mijn ‘Kleine Tikken Theorie’. Deze gaat er vanuit dat in een situatie dat landelijke verhoudingen stabiliseren, c.q. elkaar in evenwicht houden, de ruimte relatief groter is voor lokale partijen en afdelingen van landelijke partijen om zich met goed ingestoken standpunten en campagne-uitingen te profileren.
Rekening houdend met de verwachte lage opkomst, zijn er toch wat punten die doen twijfelen aan de consensus. Zou het echt?
Resteren bovenal SP en CDA. Het zijn de partijen die de afgelopen periode de meeste vrijheid hebben gehad om overal hun ‘kleine’ beleids- en promotietikken uit te delen. Een vrijheid die ze ook in hun campagnes het meeste hebben. Dit is zeker geen universele uitspraak. De SP heeft op lokaal niveau veel blauwe plekken opgelopen en ook het CDA kan worden geassocieerd met ongelukkige projecten en beslissingen. Maar ze hebben niet bijvoorbeeld de last waar de VVD bij de herindelingsverkiezingen in Alphen onder moest zuchten: een impopulair kabinet in combinatie met een wethouder die verantwoordelijk was voor een impopulair centrumproject. Beide partijen hebben de ruimte nu overal aanwezig te zijn en te profiteren van hun lokale kracht.
De signalen zijn er ook naar. Bij het CDA overzie ik dit het best en dan hoor je overal de juiste tikken: gespreide lijst? Tik. Alle wijken en kernen vertegenwoordigd? Tik. Veel nieuwe kandidaten? Tik. De juiste verkiezingsitems? Tik. Websites en social media onder de knie? Tik. Geen landelijke stoorzenders, wel toegewijde hulpzenders? Tik. Lokale politici met pit? Tik.
Zo heel veel tikken bij elkaar en je hebt een doorbraak, zeker als de traditionele 'negatieve factoren ontbreken (kabinetsdeelname) en vooral: als het landelijke beeld gezet is en mensen zich vrij voelen om op lokaal niveau een andere keuze te maken. Dat laatste lijkt nu aan de hand te zijn. Tijd om - met een knipoog - de Kleine Tikken Theorie in werking te zien.
Wat precies te voorspellen, zonder al te wild te worden? Ik denk dat in het zuiden SP en CDA gaan strijden om de stemmen die niet naar de lokale partij gaan. In het niet verstedelijkte midden en oosten gaat het CDA echt verkiezingen winnen, evenals in veel niet-verstedelijkte plaatsen in het (zuid en noord) westen. De SP zie ik, behalve in het zuiden, nergens echt winnen, maar in veel (middel)grote steden zullen ze niet te negeren zijn rond de College-onderhandelingen. Het CDA zal in deze steden kleiner blijven dan SP, maar ze zullen niet in zetels terug gaan en eigenlijk nog onmisbaarder zijn voor de onderhandelingen.
Per saldo zal het CDA goede kansen maken om die onderhandelingen in het totaal van het landelijke opnieuw te winnen. Of je daar als partij echt blij mee moet zijn gelet op wat je dan voor ellende op het bord krijgt, is de vraag, maar zolang dat het doel is van verkiezingen heeft elke partij het recht en de plicht daarnaar te streven.
Mijn prognose voor de raadsverkiezingen, vertaald naar landelijke percentages:
VVD: 13 (-3); PvdA: 13 (-3); PVV: 1 (0); SP: 8 (+4); CDA: 14 (-1); D66: 11 (+3); GL: 3 (-4); CU / SGP: 9 (+1); overige landelijke partijen 3 (0%. Lokale partijen: 25 (+1).
Met andere woorden: niet radicaal afwijkend van de peiling van De Hond, maar dichter bij het traditionele landelijk beeld dan nu wordt verondersteld. veel partijen mogen zich winnaar noemen. Voor de 'echte' winnaar denk ik dat het aankomt op het tellen van de stemmen.
Tot slot de prognose voor de grootste partij in de grootste vier steden:
Amsterdam: PvdA; Rotterdam: Leefbaar; Utrecht: D66; en Den Haag: laat ik eens een journalist nadoen en een tikkie wild zijn: CDA. Wat zijn die daar goed aan het tikken.
Peter Noordhoek