In december 2014 heb ik een prognose afgegeven voor de verkiezingen van de provinciale staten op 18 maart die ronduit extreem was: 15 zetels voor het CDA ten opzichte van de 11 die er nu zijn. Nu zeg ik: dat was niet extreem; dat was een vorm van idiote, doorgekookte, geheel bezopen en lief naïeve hoogmoed. En ik ga er toch niet op terugkomen. Ik ben wel zo verstandig om mijn weddenschap wat aan te passen (lafaard, zegt er nu iemand naast me): bij twaalf zetels of minder wordt het karnemelk, bij 15 wordt het wijn, daartussenin een glaasje water.
Ook ik moet ergens van uitgaan voordat ik het kan verrijken met mijn argumenten. In december was dat het gemiddelde van de peilingen op dat moment, nog voor de Kerstcrisis. Nu neem ik simpel de laatste peiling als uitgangspunt, die van De hond op 15 maart.
Als altijd geeft hij een indicatie van de zetelverdeling bij tweede kamer verkiezingen. Voor het CDA zijn dat er 22, 1 omlaag. Simpel door tweeën gehakt, zou dat 11 zetels voor het CDA in de Eerste kamer betekenen. Ai, ai, ai. Ik proef de zure smaak van karnemelk al.
Gelukkig maakt De Hond mij in een bijlage een stuk gelukkiger. Daar staat alle prognoses op een rij voor de verschillende provincies. In maar liefst 7 provincies zou volgen De Hond het CDA op dit moment de winnaar worden! Uiteindelijk zouden van de 570 statenzetels er 93 van het CDA worden, een ruime eerste plaats. Toch zou dat bij een Eerste Kamer verkiezing niet meer dan 12,3 zetel betekenen. Hierin valt te zien hoezeer het politieke landschap ten opzichte van 2011 verder is versnipperd. Het is ook geen juiste telling. Een statenzetel in Zuid-Holland telt veel zwaarder door dan een zetel in Zeeland of Flevoland. Het gevolg is waarschijnlijk dat de echte prognose nog onder de 12 uit zal moeten komen.
Daarmee ben ik er (gelukkig) nog niet. De echte test is uiteraard op 18 maart zelf. Voor wie mijn blog niet gelezen heeft: ik baseerde mijn voorspelling op het gemiddelde van de peilingen half december (ook 12 zetels) en ging er vervolgens van uit dat vlak voor de verkiezingen de tot dan toe zeer stabiele peilingen scherp in beweging zouden komen ten gunste van het CDA door drie factoren: 1) opkomsteffect; 2) momentum door regionale effecten en 3) debateffect. Deze effecten kunnen nog steeds hun krachtige rol spelen. Het minst zeker was en ben ik door dit laatste effect. Rutte leek het spel weer uitstekend te kunnen spelen en bleef moeiteloos overeind in de debatten (wat ik er inhoudelijk van vind heb ik o.a. laten weten in de campagneblog van 8 maart). Wat echter het hele spel anders heeft gemaakt, ook voor Rutte, is het effect van alle integriteitsincidenten. Lang ben ik van mening geweest dat dit geen grote rol zou spelen bij de uitslag en dat tegelijk Buma geen voordeel zou hebben van zijn rol in de debatten, met als gevolg een uitslag die eerder richting 12 zetels zou gaan. Ik ben daar nu niet meer zo zeker van. Het aantal incidenten is te groot en laat een partij zien die alle regie kwijt is. Ik heb teveel meegemaakt in mijn eigen partij om dit met genoegen op te schrijven, maar het is wel hoogst onverwacht en opmerkelijk. “Incidents, my boy, incidents”, zoals MacMillan placht te zeggen op de vraag waarom iets niet ging zoals verwacht.
Dat brengt mij bij een laatste toetsing op de door mij verwachte uitslag. Ik noem het de PP-test. Deze gaat er van uit dat een verkiezing wordt gewonnen door de partij bij wie persoon en partij elkaar het meeste versterken. Dit is mijn weging en dan ziet de lezer waarschijnlijk direct wat ik bedoel.
De PP-test lijkt toch het beste uit te pakken voor CDA, SP, GL, CU, SGP en PvdD. Partijen als D66 en PvdA hebben moeite hun balans te vinden. Bij de PVV wordt de kwetsbaarheid steeds beter zichtbaar en bij de VVD is de balans zoek. Dat deze laatste partij goed staat in de peilingen zegt dus veel over de kracht van Rutte, maar niet over zijn partij. Het zou kunnen dat dit zich gaat wreken bij de opkomst. Vindt de kiezer het nog de moeite waard om voor naar de stembus te gaan? We zullen het zien.
Dit was de laatste blog (ook in videovorm) voor 18 maart. Ik heb mijn best gedan om mijzelf uit te dagen en ik hoop dat genoeg lezers en kijkers het de moeite waard vonden om het te volgen. Al doende is bij mij een overtuiging gegroeid dat het democratisch en partijpolitiek niet goed zou zijn als we met een soort gedoogconstructie verder zouden gaan die partijen van echt verschillende richtingen op een hoop gaat gooien. De kiezers kiezen niet voor niets verschillend. Daar zou naar geluisterd moeten worden. Ja maar, het land moet toch geregeerd worden? Ja, maar waarheen? Als de huidige coalitie met C3 door wil gaan, dan wens ik ze veel succes. In alle andere gevallen: niet te lang blijven onderhandelen en naar de kiezer gaan.
Maar één ding: ga vooral wel stemmen!
Peter Noordhoek