CONTACT

Over giften en andere vormen van partijfinanciering

28 juli 2011
Peter

NRC heeft in haar krant van woensdag 27 juli goed spitwerk gedaan door op een rij te zetten wat de inkomsten van alle politieke partijen in de tweede kamer zijn geweest in 2010, welk deel daarvan via giften tot stand kwam en wat daarvan is uitgegeven voor de landelijke verkiezingen in dat jaar. In mijn blog over de VVD-campagne, heb ik een korte opmerking gemaakt over de kennelijk ruime jas waarin de VVD tijdens haar campagne zat. Meer kon ik niet doen, want ik had geen cijfers beschikbaar om iets hard te maken. Mede omdat het artikel naar alle partijen kijkt, is het interessant vergelijkingsmateriaal en een paar opmerkingen waard. Aan het einde kom ik met wat grootste onthullingen: er zijn meer bedrijven die een ton hebben gefinancierd. Veel meer.

Gulle gever

Eerst echter het punt uit het artikel dat het meest nieuwswaardig werd geacht: de gift van 100.000 euro zoals het CDA die van een bedrijf heeft ontvangen. Gelet op de kosten die er met campagnes gemoeid zijn, kan ik het op zich eerlijk gezegd geen extreem bedrag vinden, maar in verhouding tot de andere giften is het hoog. Er valt bij mij in ieder geval geen kwartje over wie de gulle gever zou kunnen zijn. Onze landelijke campagneleider heeft ons als provinciaal campagneleiders wel geïnformeerd over het bedrag dat met de totale campagne gemoeid was. Dat werd niet aan de grote klok gehangen, maar was ook geen groots geheim.

Gift anoniem?

Moet de gift anoniem blijven? Wat mij betreft wordt alles maximaal transparant, maar ik kan me er best wat bij voorstellen dat het nu niet zo is. Binnen de Nederlandse verhoudingen is er denk ik altijd ergens sprake van een persoonlijke band tussen de leiding van een bedrijf en een partij. Met andere woorden: er wordt gegeven uit overtuiging; deze partij is goed voor het land. Van strategisch doneren, door bijvoorbeeld aan meerdere partijen te geven, ken ik geen voorbeelden. Juist om die reden kan ik me van alles voorstellen bij de wens om anoniem te blijven. De gift is in de kern onzakelijk; het levert geen bedrijfsvoordeel op en bij bekendmaking is er het concurrentieel nadeel dat het je bedrijf in een bepaalde politieke hoek zet. Door berichtgeving als deze raken politieke partijen bij gevestigde bedrijven besmet als sponsordoel, ook al begrijpen ondernemers uit zakelijk oogpunt doorgaans prima dat je op basis van de huidige budgetten nauwelijks serieus campagne kan voeren. Dat kan anders worden als er in Nederland een cultuur zou ontstaan waarbij het ‘normaal’ wordt dat partijen extern gefinancierd worden. Laat maar. Het lijkt me per saldo geen prettig vooruitzicht. Voor het moment ben ik blij met elk bedrijf of elke persoon die bereid is een politieke partij financieel te ondersteunen. Tegelijk kan ik me voorstellen dat in het geval van deze uitzonderlijke gever er niet alleen een welgemeend ‘dank je wel’ is gezegd, maar er ook goed is gewogen vanuit welke motieven er wordt gegeven.

Tot slot nog wel een punt van kritiek over de woordvoering rondom de gift. In Nieuwsuur deed Ger Koopmans het woord. Dat kan hij prima en hij is ook de ervaren woordvoerder vanuit de fractie op dit terrein, terwijl de penningmeester nog maar net is aangetreden. Het lijkt mij echter gewenst dat de partij zich op dit punt laat zien en niet een vertegenwoordiger van de Tweede Kamerfractie. Het kan zijn dat Nieuwsuur een ‘bekend gezicht’ wilde hebben, maar ik vind het ongelukkig.

Partijfinanciering en campagne

Interessanter dan de ton is het totaalplaatje van de partijfinanciering in 2010 en hoe zich dat heeft vertaald in de campagnestrijd. Zelf keek ik onmiddellijk naar de cijfers van de VVD.  Eind 2009 wist ik niet beter dan dat de partij nagenoeg failliet was. Er was dan ook nogal wat over de partij heen gekomen. In 2010 bleek vervolgens dat deze partij niet alleen in termen van posters e.d. onze inspanningen kon matchen, maar ook nog eens fors veel geld besteedde aan spots op radio en TV. Dat konden wij niet matchen. Nu blijkt dat de VVD 2,5 miljoen aan de campagne te hebben uitgegeven tegenover onze 1,5 miljoen, met de PvdA 1,4 miljoen en de SP 1,9 miljoen. Daarmee is het verschil in campagne-inspanning verklaard; een miljoen verschil is relatief gesproken een groot verschil (in absolute termen blijven de bedragen overigens laag. Unilever verkoopt er nog geen zeepje voor). Complimenten dus aan de VVD dat ze hebben ingezien dat een goed gevulde kas een essentiële voorwaarde voor een verkiezingsoverwinning is en dat ze vervolgens ook daadwerkelijk de bijdragen los hebben gekregen bij de achterban. Wat je er ook verder van vindt; zoveel geld binnen halen midden in een crisistijd en in een fase dat je als partij nog helemaal niet hebt laten zien dat je een winnaar bent, is een knappe prestatie.

Structureel verschil?

De grote vraag is nu of dit verschil in campagne-inkomsten structureel wordt of niet. De VVD heeft niet de armste achterban van Nederland en heeft inmiddels wel laten zien dat ze kan winnen. Dat maakt het waarschijnlijk dat ze voorlopig nog wel even een voorsprong zullen houden. Tegelijk is het helemaal niet gezegd dat het altijd zo zal blijven en is het nu vooral aan de andere partijen – gegeven de spelregels voor partijfinanciering – om te laten zien wat ze waard zijn. Overigens valt over de andere partijen ook het nodige te zeggen. Om twee punten te noemen:

  • er zijn twee echt afwijkende partijen: de PVV en de partij voor de Dieren. De PVV omdat ze geen inzicht geeft of hoeft te geven, de Partij voor de Dieren omdat ze op grond van haar inkomsten en campagne-activiteiten eigenlijk te klein is voor de 2 zetels die ze heeft. Bij die laatste partij zouden de inkomsten van de stichting ‘wakker dier’ moeten worden opgeteld. De media-aankopen die deze stichting doet werken waarschijnlijk zeer direct door in het aantal stemmen voor de partij;
  • de relatie tussen inkomsten en aantal partijleden is niet lineair, of het gaat hier om meetfouten. Het CDA heeft de meeste leden, maar is slechts 3e qua inkomsten, ver achter bij PvdA en SP. Na de verrassing van de campagne-uitgaven van de VVD vind ik de hoge inkomsten van de PvdA de grootste verrassing. Voor de SP is er een bijzondere inkomstenbron in de vorm van de grote salarisafdracht van haar vertegenwoordigers. De SP doet geen melding van haar giften. Ook D66 heeft relatief weinig inkomsten, ook in vergelijking met bijvoorbeeld Groen Links. D66 is ook niet echt transparant over haar giften.

Een spade dieper

Het is de moeite waard om nog één spade dieper te graven. Dat kan door de campagnegelden te koppelen aan het totale inkomstenplaatje van de partijen en door er nog een element aan toe te voegen. Met alle complimenten aan NRC voor het spitwerk; de krant laat zeker niet het hele plaatje zien. Zou je ook alle vrijwilligersinspanningen op geld waarderen – wat je dus vooral niet moet proberen – dan zou je naar mijn inschatting zien dat CDA en SP de rijkste partijen zijn, daarna de PvdA en pas daarna VVD en D66. Puur naar de vrijwilligersinspanning kijkend, schat ik D66 dan overigens nog rijker in dan de VVD. Mijn stelling is dat een partij met een brede vrijwilligersbasis doorgaans ook een duurder partijapparaat zal hebben. In deze tijd kan een partij niet alleen op vrijwilligers draaien en is er steeds meer professionele ondersteuning nodig. Volgens mij is dat de reden dat bijvoorbeeld het CDA, ondanks het feit dat ze in 2010 een inkomstenstroom van 6,5 miljoen had, er toch maar – en met pijn en moeite – 1,5 van vrij kon maken voor de campagne (het verschil is eigenlijk nog groter; normaal gesproken spaart een partij gedurende 4 jaar voor een verkiezing). De VVD heeft in zeer korte tijd de 2,5 miljoen op weten te halen en zet dat naast een inkomstenplaatje dat ruwweg de helft is van het CDA.

Vrijwilligersinspanning

Wat is bij dit alles de vrijwilligersinspanning waard? In de campagne van 2010 minder dan ooit, zie mijn analyse van vier weken geleden. Anders dan in 2006, was het geen campagne waarin partijen met posters en canvassen veel verschil konden maken. Zo bekeken bleek de brede basis voor het CDA per saldo een last en had de VVD het voordeel van lagere financiële lasten en een grotere flexibiliteit. De implicaties van dat verschil zijn groot. De echte vraag is niet of binnen Nederlandse verhoudingen verkiezingen ‘gekocht’ kunnen worden. Daarvoor zijn de bedragen te laag en zijn de verschillen vooralsnog te klein. De vraag is of het nog loont om een partij op brede basis te zijn. Naarmate een partij zichzelf meer definieert in termen van de vraag of ze succesvol verkiezingen draait, zal het antwoord negatiever zijn. De uiterste consequentie daarvan is de 1-persoonspartij van Wilders. Kijk ik naar zijn inkomsten- en uitgavenplaatje dan is het directe rendement daarvan overigens maar matig, maar hij heeft de trend al wel te pakken. Is dat waar we naartoe willen?

Mijn persoonlijke antwoord is dat het om allerlei redenen erg ongewenst is om die kant op te gaan. Een pure campagnepartij wordt een marketingpartij: de boodschap zal altijd in het teken van het winnen komen te staan. Een pure campagnepartij zal zich automatisch ook versmallen tot een partij die alles in het licht van de landelijke campagne zal stellen, wat geen recht doet aan het belang van andere bestuurslagen. Maar belangrijker nog: een politieke partij met een brede basis heeft een maatschappelijke functie die niet altijd meetbaar is, maar vreselijk belangrijk is. Burgers en politici blijven erdoor met elkaar in gesprek en vormen een bron van menskracht voor allerlei functies in de samenleving, niet enkel politieke. Op dit punt moet ik in deze week aan Utoja denken. Tijdens de bijeenkomst op het eiland zal ongetwijfeld over de regionale verkiezingen in het najaar zijn gesproken, maar het zal bovenal de jaarlijkse bijeenkomst zijn geweest voor het nieuwe kader zijn geweest; een combinatie van introductiebijeenkomst, feest en reünie. De man die daar is binnengedrongen wist wat hij kapot wilde maken. Het mag en zal hem niet lukken. Een democratie is mede een democratie door de onmeetbare dingen die van een partij een echte partij maken: ontmoeten, debatteren, delen, dingen samen doen voor iets dat groter is dan jezelf.

NB: mijn onthulling

Het bovenstaande heb ik geschreven in de vroege uren. Daarna lag ik in bed nog wat te woelen en opeens werd ik zwetend wakker met de gedachte: ik hang. Ik heb mezelf niet gemeld. Als ik over 2010 in geld zou moeten waarderen wat mijn bedrijf heeft gemist doordat ik me uren en uren met het CDA bezig heb gehouden, zou ik zeker op een ton uitkomen. En dat geldt voor heel veel van de jaren ervoor. Ik heb dat nooit gemeld. Mea culpa. Het is nog erger: ik ben niet de enige. Volgens mij zijn er tal van bestuurders en kaderleden die minstens zo’n groot deel van hun (potentieel) inkomen hebben ingeleverd om politiek actief te zijn. En dat niet hebben gemeld. Schande.

In ernst; dit laat de onzin zien van het op geld waarderen van vrijwilligerswerk en tegelijk ook de valsheid van plaatjes zoals NRC die bij elkaar heeft gebracht. De afgelopen jaren heb ik gekscherend wel gezegd dat ik twee volle banen had, één betaald en één onbetaald. Alleen is dat natuurlijk niet zo. Niet voor niets heb ik het politieke werk op een lager pitje moeten zetten om in deze tijd voldoende inkomsten te kunnen halen. Staat er dan iets anders tegenover? Ja, er staat veel tegenover, anders zou ik het niet doen. Veel kennis die ik in mijn werk kan gebruiken, veel inzicht in de samenleving. Veel boeiende mensen leren kennen. Maar concrete baten staan er niet tegenover, noch zakelijk, noch in de vorm van ‘beloningen’ van functies e.d. Een paar goede vrienden houden me hard maar opbouwend voor dat de balans daarmee wel erg in het voordeel van het CDA uitvalt, maar ik denk dat het ook zo niet werkt. Dit idee van ‘quid pro quo’ is behoorlijk naïef voor de politieke arena. Als er geen intrinsieke motivatie is voor je politieke werk, houdt je het niet vol. Je moet het doen om het doen.

Naschrift

Na publicatie van deze mail heeft de penningmeester van het CDa aangekondigd dat er in de toekomst geen giften meer worden geaccepteerd waarbij de schenker anonimiteit vraagt. Helderder kan het niet. Hoewel ik me erger over het feit dat NRC slorig bezig is geweest en met twee maten meet (van D66 wordt bijvoorbeeld geaccepteerd dat er geen openheid wordt gegeven 'vanwege vakantie'), is dit het moment om er een punt achter te zetten. Over tot de orde van de dag. Of niet? Het probleem van onderfinanciering blijft bestaan en dat is vooral in het nadeel van 'normale' partijen, al zal er door de druk van buiten altijd de verleiding zijn de grens op te zoeken. Daarnaast blijft het zo dat een partij als de PVV geen openheid hoeft te geven en een partij als de PvdD een schaduwconstructie kent. Het voorstel van minister Donner lost dit probleem van geen kant op. Dus: wordt vervolgd.

 

Peter Noordhoek

Northedge

info@northedge.nl
 Copyright © 2020 -  All Rights Reserved
BTW nummer Northedge B.V.: 8192.31.472.B.01
KvK nr. Northedge B.V.: 29048758 Rotterdam
menu-circlecross-circle linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram