CONTACT

Europese verkiezingen: op een hard zadel naar 5 zetels

25 mei 2014
Peter

Het is even wachten geweest, maar nu weten we het (zo goed als. De helemaal definitieve uitslag is op vrijdag). Het CDA komt uit op 5 zetels. Fantastisch – en laten we wel zijn: bij 3 zetels was het al een behoorlijk goed resultaat geweest. De journalisten vergelijken het allemaal met 2009, maar het referentiepunt tot en met dit voorjaar was de landelijke verkiezingsuitslag van 2012 en dat gaf de partij slechts 2 zetels (!). Als partij ben je zo goed als je laatste officiële resultaat en daar moet je de verkiezingsstrategie op afstemmen.

Hieronder schrijf ik wat meer over mijn blik op de strategie van het CDA, maar eerst wil ik graag even stilstaan bij die andere spannende race. De echte race, die voor de samenstelling van het Europees Parlement. En echt, dat doet er toe. De EPP is opnieuw de winnaar gebleken.

Europese winnaar, net

Net zo min als nu de overwinning van het CDA, is dat een vanzelfsprekendheid geweest. In november sprak ik op een seminar in Boedapest over de Europese verkiezingen en toen waren al alle alarmbellen overgegaan over een mogelijk winst van populistisch rechts. Daarbij is het vertrek van de Conservatieven in 2011 uit de EPP fractie ook een echt probleem. Het is dus een kwestie van verwachtingen. Ten opzichte van 2009 is het resultaat dramatisch, ten opzichte van de voorspellingen rond 2012 een sprong(etje) vooruit. Als ze nu weer als eerste uit de bus komen, is er wel degelijk een prestatie geleverd. Een prestatie die zwaar leunt op het succes van Angela Merkel, maar die naar het zich laat aanzien ook berust op over de hele linie redelijke resultaten. In hoeverre de strijd tussen de topkandidaten daar aan bijgedragen heeft of juist niet, zal moeten blijken, al vermoed ik dat laatste. Daar wil ik op een later moment nog wel eens over schrijven.

Van 2009 als benchmark

In 2009 was ik campagneleider voor het CDA in Zuid-Holland (met o.a. Esther de Lange als kandidaat voor mijn provincie) en ik had er toen een hard hoofd in. De kandidaten voerden fantastisch campagne, maar ik vond de campagnestrategie niet inspirerend. Dat we toch nog de grootste werden had volgens mij meer met de zwakte van de andere partijen, inclusief een toen al tegenvallende PVV te maken, dan met de kracht van het CDA.

Als inmiddels vrijgesteld beschouwer hoef ik mij nu gelukkig van geen enkele officiële campagnestrategie iets aan te trekken. Al in het voorjaar van 2013 besloot ik de slechte peilingen van dat moment los te laten en vooruit te denken naar mei 2014. Alles afwegend kwam ik toch op de 5 zetels van 2009 uit. Een lage opkomst zou helpen om weer op datzelfde niveau te komen, inclusief mijn inschatting dat de PVV er relatief slechter voor zou staan dan in 2009 en dat de VVD door haar kabinetsdeelname daar niet van zou profiteren. PvdA en SP zouden elkaar neutraliseren, ze verder was mijn verwachting. D66 was in mijn beeld de gedoodverfde winnaar worden door hun heldere ‘ja’ koers.

Koersverschillen

Ik wilde de fout van 2009 niet herhalen. Lang heb ik daarom gedacht dat wij als CDA ook voor een heel hard ‘ja, Europa’ zouden moeten gaan, tot het mij duidelijk werd dat deze koers alleen al door de verdeelde meningen in mijn eigen partij geen echte kans zou krijgen. De Brusselse en Haagse fractie hadden elk een stuk van het gelijk en leken niet bij elkaar te kunnen komen. Het effect was onder andere een futloos manifest waar geen enkel elan uit sprak. Ik maakte me grote zorgen. Weer leek er een ‘ja, maar’-strategie uit te komen met een flauw verhaal over minder regels. Een proefballon vanuit de fractie werd door de media al snel afgeschoten en toen kon de echte discussie starten. Daar is men redelijk uitgekomen, al heb ik lang het gevoel gehouden dat het niet genoeg zou zijn. Nogmaals, ik was optimistisch over de kansen van het CDA, maar dan zag ik het wel als voorwaarde dat er óf een heldere keuze zou komen voor een ja of nee, óf dat de partij zich als het ware buiten de Europese malaise zou plaatsen met een andere verhaal.
Dat laatste had mijn sterke voorkeur. ‘Europa gaat niet over Europe. Europa gaat over onszelf’, moest volgens mij het verhaal worden. Ik was het defaitisme in ons land zo zat. Laat veerkracht zien, verdorie! In mijn ogen hoorde bij zo’n benadering geen kandidaat uit Brussel, maar iemand met een ondernemersachtergrond die een overtuigend verhaal over veerkracht kan houden. Passie moest er zijn. Geen matte verdediging van een institutioneel verhaal. Dat was niet negatief bedoeld richting de EP-fractie. Onder leiding van Wim van der Camp hebben we buitengewoon goed gepresteerd. Corien Wortmann heeft de show gestolen met haar werk voor de Bankunie, maar alle leden van de fractie hebben het goed gedaan. De periode ervoor was de fractie ‘een kippenhok’. Het is de verdienste van Wim geweest dat hij er een team van heeft gemaakt. Toch dacht ik dat het dit keer echt een fout zou zijn om met een Brusselse kandidaat te komen. Bijna niemand zou de werkelijke prestaties kennen of waarderen. Het beeld bepaalt.

Van lijstrekkersverkiezing tot voorkeurskandidaten

Uiteindelijk werd het toch een tweestrijd tussen Wim van der Camp en Esther de Lange, beide Brusselaren. De laatste het werd. Ik moet zeggen, ze hebben niet teleurgesteld. Esther had een stevigheid in haar presentatie waardoor de meer kritische toon richting Europa extra geloofwaardigheid kreeg, Wim bleef op allerlei manieren aan de kar trekken. Heel sterk voor iemand die dan toch status heeft verloren. Maar dat we er niet toch een nadeel van hebben ondervonden, is volgens mij mede te danken geweest aan iets wat niet zo gepland is: de voorkeursacties van kandidaten lager op de lijst. Niet alleen van Lambert van Nistelrooij (Brabant en Zeeland) en Annie Schreijer (Twente en meer), maar ook van Jeroen Lenaerts (Limburg) en Wim Eilering (Friesland en meer). Esther nam naast haar natuurlijke achterban ook de vrouwenstem mee en Wim kreeg de steun van motormuis tot mediamannen. Ook de andere kandidaten harkten hun stemmen binnen. Al met al ontstond er een soort landelijke spreiding van voorkeurskandidaten die vol voor hun plek gingen. Dit is een overwinning die de partij op conto van haar diversiteit en regionale spreiding kan opschrijven.

Zetels tellen

Terwijl de journalisten zichzelf oogkleppen opdeden door alleen naar opkomst en de PVV te kijken, speelde het echte verhaal zich in de provincies af. Samen met de lijstverbinding kan je dan als partij er beter dan verwacht uitkomen. Ik tel het ongeveer zo op: 2-3 zetels als basis, 1 zetel erbij door de groei van de partij als zodanig, ook door het succes van de raadsverkiezingen, 1 zetel erbij door de voorkeursacties en de laatste zetel er mogelijk ook nog bij door de lijstverbinding. Een te ruwe, maar wel mooie optelsom.

Vrijdag worden de voorkeurstemmen bekent en dan weten we pas werkelijk wie naar Brussel gaan. Persoonlijk hoop ik dat Wim van der Camp niet bekneld raakt in het voorkeurstemmen circus. Hij is nodig om naast Esther de nieuwe krachten de weg te wijzen. Ondertussen mag het CDA zich beraden op de vraag wat het met de mooie winst gaat doen. Slecht nieuws voor al die mensen die de verkiezingen helemaal zat zijn: in maart 2015 zijn Provinciale Staten / Eerste Kamer weer aan de beurt.

Morgen wacht een mooie, maar zware dag. Welterusten iedereen. Morgen neem ik mijn tweede wijntje. Nog even en ik denk dat ik goed kan. Niet dus. Maar dit is wel leuk. 5 ZETELS!

Peter Noordhoek

Northedge

info@northedge.nl
 Copyright © 2020 -  All Rights Reserved
BTW nummer Northedge B.V.: 8192.31.472.B.01
KvK nr. Northedge B.V.: 29048758 Rotterdam
menu-circlecross-circle linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram