Wat er deze dagen in Oost-Europa allemaal speelt is ver weg. Niet inspirerend, zullen we maar zeggen. En toch doen we er goed aan dat af en toe dichtbij te laten komen. Dit weekend waren de EU-regeringsleiders in Vilnius, Litouwen, voor een grote vergadering. Deze stond goeddeels in het teken van wat nu al de Eurorevolutie van Oekraïne wordt genoemd. Het is voor de regeringsleiders naar ik begrijp even heel dichtbij gekomen. Dichterbij dan het migratievraagstuk, of anders in ieder geval dan David Cameron bedoelde. Hoe zou ik dat alles voor de lezer dichterbij kunnen brengen? Ik doe het via een aantal scenes. Scenes uit een ver Oost-Europa.
De beelden zijn van een plein vol met mensen. Uit de mensenmassa steken vlaggen. Veel vlaggen van het land zelf, maar de meeste kobalt blauw met gele sterren. De vlag van de Europese Unie. Het is hetzelfde plein dat een paar jaar eerder oranje kleurde. De mensen wilde eerlijke verkiezingen. Nu willen ze aansluiting bij de Unie, niet bij Rusland.
Dat is de scene op mijn Tv-scherm op mijn hotelkamer in Boedapest en op heel veel Tv-schermen die ik deze dagen heb gezien. Vertrouw nooit op de TV, zelfs niet als de bron BBC World is. Ten minste niet totdat je eerst de andere kant hebt proberen te bedenken. Hoe representatief is het beeld? Gaat het echt om Europese waarden, of is het gewoon een manier om Europees geld binnen te halen? Of is dit niet meer dan een voorspel op de presidentsverkiezingen. Dingen zijn zelden wat ze lijken. Op de top in Vilnius schijnt de president 20 miljard te vragen om zijn verbreking van het handelsverdrag met de EU terug te draaien en de Putin weer met lege handen te laten staan. Op ingaan? Hmmm
De bijeenkomst is bedoeld als verdieping voor degenen die de Europese verkiezingen moeten voorbereiden. Ik ben gevraagd om over populisme te komen spreken en onvermijdelijk heb je het dan over het migratieprobleem. De deelnemers komen uit Hongarije, Slovenië, Kroatië, Roemenië en Bulgarije. Om het concreet te maken laat ik ze o.a. een oefening doen waarin ze in maximaal 30 seconden iets moeten zeggen tegen iemand die zijn baan door migratie heeft verloren, met een journalist die er zijn microfoon bij houdt. Vooral een Bulgaarse speelt de rol van ‘boos slachtoffer’ goed. Het wordt in ieder geval emotioneel. Ik begrijp de situatie niet helemaal goed, maar ik hoor genoeg om feedback te kunnen geven. In de pauze komt ze naar me toe en legt het verder uit. Bulgarije heeft een probleem en de populistische partijen spinnen er garen bij. Er komen via Turkije allemaal vluchtelingen uit Syrië het land binnen. Zoveel migratie zijn ze niet gewend. Wat moeten ze als politieke partij doen? Ik doe mijn best op het antwoord, al voelt het als de omgekeerde wereld. Ik was van plan toch wel indringend met de Bulgaren en Roemenen te praten over de migrantenstroom die per 1 januari zou ontstaan als de grenzen verder opengaan en richting het westen komen, maar ze lacht dat bijna weg: ‘Die zijn er al’ en noemt de economische cijfers die zouden aantonen dat zowel wij als haar land er beter van worden. Maar wat moet ze nu met die Syriërs?
Aan mijn training in Boedapest heb ik wat dagen vastgeplakt voor schrijfwerk rondom een onderzoek. Ik wil zo min mogelijk afleiding op mijn hotelkamer op de 8e verdieping, Omdat ik het nog niet helemaal aankan om afgesloten van de wereld te leven, doe ik af en toe de televisie aan. BCC World, de enige voor mij begrijpelijke zender. Een fantastische zender, als er niet zoveel herhaling in zat. Er is een programma dat me buitengewoon boeit: ‘HARD talk’ met Stephen Sackur. De interviewer maakt de titel waar. De eerste keer dat ik het zie gaat de journalist Glenn Greenwald, die voor Snowdon de NSA-files lekt en nu o.a. voor de NRC werkt, behoorlijk nat. Greenwald zit hoop op zijn morele paard, maar weet niet duidelijk te maken dat zijn afwegingen over wat gepubliceerd moet worden en wat niet, deugdelijker is dan wat een staat doet of hoort te doen. Elke publicatie gaat feitelijk over mensenlevens.
Boeiend, maar het is een ander interview dat echt mijn aandacht weet vast te houden. De campagneman in mij kijkt er bewust twee keer naar: één keer met het geluid aan, één keer zonder. Sackur gaat het gesprek aan met Laszlo Andor, eurocommissaris voor migratie. Hij heeft de komst van de Roemenen en Bulgaren in zijn portefeuille, hoeveel het er ook zijn. In Groot-Brittannië is de reactie daarop extremer dan in Nederland. Dat heeft ook wel een aanleiding: toen de Polen kwamen, zei de regering publiekelijk dat er niet meer dan 25.000 zouden komen. Het werden er 1,5 miljoen. Dan heb je een klein geloofwaardigheidsprobleem. Cameron zit in Vilnius en publiceerde voor vertrek deze tweet: ‘Going to Vilnius for EU meeting in order to demand measures to curb migration’. De stijl is puur Wilders.
Het werd allemaal aan de voeten van Andor gelegd. Die reageerde met cijfers, met de te verwachten positieve effecten van migratie en de hypocrisie van de Britse regeringsleiders die allemaal best weten dat het op z’n minst genuanceerder ligt. Anders dan Greenwald blijft hij overeind. En tegelijk weet ik dat het helemaal mis gaat. Visueel is hij een karikatuur van een Europese bureaucraat. Als ik kijk zonder geluid, weet ik dat zich weer een publicitaire ramp afspeelt voor de Europese Unie. En dat is geen toeval, geen pech. Suckur brengt dat onder woorden als hij zegt: ‘Sir, you talk economics. I want to talk real life’. Inhoudelijk geeft Andor het goede antwoord, maar de toon van zijn stem toont dat hij Sackur niet heeft gehoord.
Europa heeft wel degelijk kleurrijke figuren. Een van hen woont en werkt in Litouwen. Hij is nog jong, maar heeft de uitstraling aan van een veel ouder iemand. Een Brits iemand. Zijn Engels is puur posh. Ik heb hem horen vertellen over het duel dat hij heeft uitgevochten rond een erekwestie (beide misten) en je weet: ja, zo’n type is het. En tegelijk is hij helemaal van deze tijd en is wat hij vertelt zeer lokaal. Hij vertelt ons over de wijze waarop Rusland zijn land destabiliseert door via social media een incident op te blazen en daar politiek dynamiet van te maken.
Stel, er is een zaak van kindermishandeling. De woede is begrijpelijk groot. Een aantal 'burgers' gaan de overheid de schuld geven. Ze beginnen een website, daarna doen ze mee met de verkiezingen via een ‘Partij tegen Kindermishandeling’. Welnu, dat moet kunnen, denken wij dan. Democratie, niet waar? Maar wat als het incident bovenal is aangegrepen door een groep mannen met banden met Rusland, die zoiets keer op keer doen om de prille democratie te destabiliseren? Je kan er volgens de regels van de democratie niets tegen doen en tegelijk weet je dat je als land onderuit wordt gehaald.
Zo worden al heel lang de niet-EU landen gedestabiliseerd en dus ook de huidige Baltische lidstaten. Als het bij Oekraïne niet stopt, waarom zou het dan bij de Baltische staten wel stoppen?
Hij vandaag is naar huis gehaald, de tweede ambassadeur van Rusland. Misschien ben ik hem op Schiphol wel gepasseerd vandaag. Ik moet bekennen dat ik hem niet zou hebben herkend. Het gaat zo snel allemaal. Ik weet nog wel dat onze tweede man in Moskou in elkaar is geslagen. Maar die zou ik ook niet herkennen.
En zo zou ik door kunnen gaan met allerlei scenes. Ik lees de Economist en het NRC en zie dat zij positief schrijven over het antwoord van de Europese regeringsleiders op de poging tot onderhandelen van Janoekovitsj van Oekraïne: neen, we gaan er niet op in. We houden vast aan eisen van rechtsstatelijkheid.
Ik neem aan dat dit goed is. Maar ik moet wel denken aan die trainingsdag in mei, waarbij ergens in de middag de cursisten uit de Oekraïne bericht kregen dat enkele van hun vrienden waren opgepakt vanwege het feit dat ze naar een demonstratie stonden te kijken.
Waarmee ik maar wil zeggen: het is fijn dat Europa haar waardigheid niet heeft verloren, maar daarmee is de situatie nog niet echt beter. Overal langs de oostgrens van de Unie speelt Rusland haar spel, ook geholpen doordat het midden in die Unie een afhankelijkheid van haar olie heeft gecreëerd. Nu is Rusland prima in staat zichzelf de das om te doen door haar domme machtspolitiek, maar ondertussen is de schade al groot en wordt Europa echt gedestabiliseerd.
Al een tijd heb ik het gevoel dat er een grote verschuiving in prioriteit aan de gang is of zou moeten zijn. De periode die in mei 2014 wordt afgesloten, stond logischer wijze in het teken van de economie. Daar lag de absolute prioriteit. Interpreteer ik de geluiden uit Berlijn goed, dan zal niet van de Duitse lijn worden afgeweken en zal het, terecht of onterecht, op dat front relatief rustiger worden. Ik denk dat in die 'rust' het thema veiligheid veel belangrijker gaat worden dan tot nu toe het geval is geweest. Dat komt deels door de streken van de Russische beer, deels door het feit dat de hele zuidflank van de Unie van Marokko tot Turkije smeult of in brand staat. Het akkoord met Iran is op zich niet slecht, maar het is wel degelijk ook een teken van een zich terugtrekkend Amerika. We zullen het als EU veel meer zelf moeten opknappen. En dat mag ook van ons gevraagd worden. Maar dat zal niet gebeuren zolang 'veiligheid' een thema is dat met vorige generaties wordt verbonden.
Daarom nog een laatste scene, in ieder geval bedoeld voor mijn eigen generatie. En die komt niet uit het Hongaarse ‘House of Terror’, waar ik vandaag over tweette. Dat house laat op indrukwekkende wijze zien hoe na de mislukte opstand van 1956 veel mensen midden in Boedapest werden dood gemarteld. De scenes die dat in mijn hoofd opleverde zijn te groot. Deze scene kan nog wel, hoop ik.
Na afloop van de training praten we tijdens het diner heel wat af. Met mijn Slowaakse tafelgenoot ben ik het niet eens. Hij is tegen het homohuwelijk en vraagt mij of het niet bewezen is dat homohuwelijken altijd verkeerd uitpakken. Ik zeg hem dat dit kletskoek is. ‘There are worthier causes to pursue’, voeg ik hem wat bits toe. We blijven toch aan de praat, ook over wat we zien gebeuren in staten als Belarus, Georgië en natuurlijk de Oekraïne. Maar we praten ook over elkaars werk. Ik vertel dat ik op het moment het nodige doe voor bibliotheken. Zijn ogen lichten op: boeken! En dan gaat hij opeens vertellen over hoe hij als jongeman boeken smokkelde. Religieuze boeken en bijbels, vaak afkomstig uit Holland. Ook eigen blaadjes, Samizdat literatuur. Het gebeurde hem eens dat hij een tas vol boeken vervoerde, alleen maar afgedekt door wat eigen kleding en dat hij werd aangehouden. Een controleur voelde in de tas. Hij moest gevoeld hebben dat er onder de kleding iets zat. De controleur keek hem aan en liet hem door.
Mijn tafelgenoot, mijn cursist, is van mijn leeftijd. Hij hoeft geen boeken meer te smokkelen.
Peter Noordhoek