CONTACT

CDA: de stand van zaken op 2 oktober 2011

2 oktober 2011
Peter

Het was, het is een mooie week. Na zomer komt zonneschijn, zo’n week. Dus erg in de stemming om een column te schrijven was ik niet. Totdat de media mij er op wezen dat het een jaar geleden is dat het CDA partijcongres in Arnhem plaatsvond. Maar één jaar? Ongelofelijk. Sindsdien is er zoveel gebeurd dat het lijkt alsof er jaren tussen zitten. Het zette mij tijdens het hardlopen aan het denken. De uitkomst bestaat uit twee blogs. De ene is een ‘stand-van-zaken-blog’. De tweede is een tekst met mijn beleving van Arnhem op 2 oktober en de directe aanloop er naar toe. Ik merkte bij mijzelf dat ik veel details rondom die dag alweer aan het vergeten ben, terwijl een aantal daarvan onderdeel uitmaken van een nog niet verteld verhaal.

Eerst de situatie van nu, op 2 oktober 2011. Op zich is mijn stemming zonniger dan die in tijden is geweest. Op Prinsjesdag zat de stemming er al best in en tijdens de Algemene Politieke beschouwingen maakte Sybrand van Haersma Buma zijn rol waar. So far so good. Maar het is moeilijk om dat positieve gevoel vast te houden in dagen die ook bol staan van de slechte berichten. Wat is er werkelijk aan de hand? Of, zoals de Britten het zeggen: ‘what’s in the balance?’ Voor mij is het antwoord dan simpel: ik grijp terug op een hulpmiddel van voor mijn tweettijd. Voor diegenen die tegen mij zeggen: wat ben jij veel gaan schrijven!, zeg ik: nee, ik schrijf nog even veel. Alleen doe ik het nu goeddeels openbaar. Voorheen liet ik mijn gedachten slechts toekomen aan een handvol sleutelpersonen en dat moest genoeg zijn. Dat was op zich effectief. Wel had ik de zorg, net als elke schrijver, dat mensen bij het ontvangen van mijn brieven en mails dachten: ‘daar heb je hem weer. Nu weet ik het wel.’ Daarom deed ik het een keer anders. Vanaf 2002 maakte ik rond de Kerst regelmatig een tabel met aan de ene kant een positieve kijk op het CDA en op de andere kant een negatieve kijk op het CDA. Daarna kwam ik met een eigen analyse, maar eerst moest elke lezer maar eens een eigen mening vormen. Dat doe ik nu ook, maar dan openbaar. Lees de tabel, weeg beide kanten en kom tot een eigen oordeel. Daarna doe ik dat ook.

En? Waar slaat de balans naar uit?

Even terug naar 2006

Even een terugblik. De laatste keer dat ik een schema als dit maakte was met kerst 2006. We zaten op een high; tegen de verdrukking in hadden we de landelijke verkiezing gewonnen. De formatie wees in de richting van een CDA-PvdA-CU kabinet. Het is interessant om terug te lezen dat mijn eindconclusie bestond uit de waarschuwing dat we het risico liepen een ‘gekookte kikker te worden’. Dit is wat ik toen schreef:

“We zijn deze verkiezingen ingegaan zonder grote nieuwe ambities. Dat maakt het enerzijds haalbaar een akkoord met PvdA en CU te maken, maar maakt het anderzijds moeilijker om een nieuw elan te ontwikkelen, zeker als er tegen heug en meug geformeerd gaat worden. De media zullen dan wel weer misprijzend over een ‘verstandshuwelijk’ gaan spreken. Zelf vind ik het geen slecht uitgangspunt als voor iets het verstand wordt gebruikt, maar laten we wel oppassen om in een situatie en kabinet terecht te komen waarvan het lijkt alsof het programma ons is overkomen in plaats van dat het ons stempel draagt.”

Geen commentaar meer nodig. Toch?

 Klaar voor nieuwe sprongen?

Anno oktober 2011 is de kikker gekookt, gehakt, ingevroren en geradbraakt, maar maakt nu toch voorzichtig wat sprongetjes. Het heeft iets van een terminator film. Of de kikker vergenoeg springt – en hier laat ik de metafoor voor wat die is – hangt niet van de buitenwereld af maar van onszelf. Op dit moment overheersen de negatieve scenario’s omdat we nog onvoldoende ‘psychologisch eigenaar’ zijn van onze partij om van de kiezer te kunnen verwachten dat we weer relevant zijn. Ik zal uitleggen wat ik bedoel. Dat doe ik met een omweg. Ja maar, je moet een blog kort houden. Hoezo moet ik iets? Betaalt u ervoor? Ik doe dat omdat ik denk dat het daarmee een beter blog wordt.

Je kan mensen niet vertellen waar ze om moeten geven

Deze week mocht ik een meer dan fantastische bijeenkomst organiseren onder de titel ‘Is het glas half vol of half leeg. Waarderend onderzoek en hoog betrouwbaar organiseren vergeleken. Een vakbijeenkomst voor kwaliteitsdeskundigen. In dat vak doen we verwoede pogingen om voorbij het idee te komen dat je met wat meten en het schrijven van processen en protocollen daadwerkelijk de kwaliteit van iets of iemand zou kunnen verbeteren. Het kan helpen, maar niet meer dan dat. Uiteindelijk gaat het om de beïnvloeding van gedrag. De genoemde stromingen vormen twee vernieuwende kanten van dezelfde gedragspuzzel: hoe krijg ik mensen zo ver dat ze uit zichzelf gemotiveerd zijn om de kwaliteit hoog te houden?

Het verlossende antwoord tijdens de bijeenkomst: dat lukt je niet. Je kan mensen niet vertellen wat ze wel of niet moeten willen. Daar horen ze toch echt zelf voor te kiezen. En dan is er iets heel merkwaardigs aan de hand met ons mensen: we zijn bereid iets te gaan geven om dingen die nuchter beschouw helemaal niet de moeite waard zijn. Sterker nog: ze kosten ons meer dan ze ons opleveren. Het grootste voorbeeld: baby’s. Waar zijn die nu eigenlijk goed voor? Je stopt er van boven iets helders wits in dat er van onder bruin uitkomt, het houdt je ‘s nachts wakker en het kost je alleen maar geld en zorgen. En toch zitten we zo in elkaar dat we er zielsveel van kunnen houden. Zonder dat we beseffen dat we er voor kiezen, kiezen we daarvoor. En wat vanzelfsprekend lijkt voor baby’s – maar het niet is – geldt ook zo voor modeltraintjes, een i-Pad en zelfs voor een politieke partij. Wonderlijk. We kunnen ons dus ‘psychologisch eigenaar’ van iets maken dat neutraal beschouwd geen eigenaar verdiend. Soms zeggen we zelfs: we houden ervan ondanks waar ze voor staat, in plaats van dankzij waar ze voor staat. Mede daarom zou psychologisch ‘eigenaarschap’ ook best psychologisch ‘ouderschap’ mogen heten.

Naast ‘psychologisch eigenaarschap’ speelt ook ‘uitsluiting’ en rol. Als je voor zo’n psychologisch eigenaarschap’ kiest betaal je er ook een prijs voor in de vorm van ‘uitsluiting’. Dit wel en dus dan dat niet. Vanuit hetzelfde ongrijpbare van waaruit iemand ergens voor kiest kan ook tot uitsluiting worden over gegaan.

Keuze

Deze twee fenomenen van ‘psychologisch eigenaarschap’ en ‘uitsluiting’ zijn uiterst relevant voor een weging van de positieve en negatieve kolom. Ik wil er geen spelletje van maken: de argumenten uit de tweede, negatieve kolom wegen zwaarder dan die in de eerste. Puur rationeel gesproken is het starten van een nieuwe partij veel logischer dan het door de winter heen helpen van een partij met zoveel negatieve bagage. En toch gaat dat zeer waarschijnlijk niet gebeuren en wel omdat het CDA en haar gedachtegoed nog zoveel vaders en moeders, opa’s en oma’s, ooms en tantes en neven en nichten heeft dat het gedachtekind nog lang niet is uitgespeeld. Elk positief signaal uit de eerste kolom zal daarom, hoe klein ook, worden aangegrepen door de familie om door te gaan. Ik hoor zelf tot die familie en ik zeg de lezer; ik sta er bij te juichen. Vanuit dat gevoel kies ik voor de positieve interpretatie.

Gebroken familie

Het probleem voor het CDA is niet het toekomstperspectief, hoe ingewikkeld ook. Er lijkt mij zoveel vertrouwdheid te zijn met het fenomeen CDA binnen de Nederlandse samenleving dat het er soms op lijkt dat men alleen maar wacht tot de partij – excusez le mot– ‘weer normaal gaat doen’. En normaal doen betekent hier: weer een herkenbare familie zijn. Je bent gezinspartij of je bent het niet. Nu dus niet. Er is ruzie. Ruzie in een familie die niet weet hoe het ruzie moet maken.

Bij het CDA lijkt het er op alsof het gedachtegoed, ons dierbare kindje, door de kiezer uit het grote huis is gezet waar die altijd woonde en tijdelijk in de tussenwoning van oom Verhagen is geplaatst. Deze oom vindt het niet erg om naast een boze buurman te wonen en dat geeft toch wel aan dat het kind bij hem niet in goede handen is. De rest van de familie – zelf zeker niet schuldloos - weet dat het niet aangaat om ruzie te maken waar iedereen bij is, maar zit wel te wachten op het moment dat ze kunnen laten zien hoe het allemaal anders moet. Enzovoort. Om de metafoor weer niet te ver te leiden: het psychologisch ouderschap is niet vanzelfsprekend en het brede publiek voelt dat haarfijn aan.

Spelregels

Eind deze maand komen er drie rapporten uit en eind januari moet daar over worden gestemd. Dat wordt spannend. Met in mijn achterhoofd dat alles draait om dat psychologisch ouderschap, ben ik benieuwd wat er gaat gebeuren. De eerste signalen over de inhoud komen al voorbij, maar ik wil zelf wachten totdat de inhoud echt openbaar is. Daarom beperk ik me hier tot wat in mijn ogen een paar spelregels zijn.

  • Niemand heeft het alleenrecht op het gedachtegoed. Het gedachtegoed moet gedeeld worden en ook de ‘hertaling’ moet dus gedeeld worden. Ik hoop op iets dat zo aansprekend is dat we er weer allemaal verliefd op worden, of dat nu verstandig is of niet.
  • Inhoud komt voor structuur. Structuur verbindt inhoud met programma en programma met campagne. Dat is de volgorde, maar zorg ervoor dat het ene niet te ver na het andere komt en hou de beleving er in.
  • Volkspartij moet volksbeweging blijven. Familie blijft familie. Eenmaal weg bouw je dat nooit meer op. Daarom: professionalisering is ter ondersteuning van de partij, niet ter vervanging.
  • Als het om de partij gaat zijn kabinets- en fractieleden ook gewoon maar leden: ieder 1 minuut spreektijd zullen we maar zeggen. Maar die tijd moet wel benut worden. Liever nu de familieruzie dan zo dadelijk als er programma’s en lijsten moeten worden gemaakt.

Ik hoop dat dit niet te abstract klinkt. Ik begrijp de noodzaak om een moderne en daadkrachtige partij te worden net zo goed als de wens om een herkenbare en lokaal gewortelde partij te blijven. Uiteindelijk is dat echter niet waar het om gaat. Waar het om gaat is dat intuïtieve gevoel waarom je begrijpt dat een partij de moeite waard is voor het land en onszelf - ook na 2 oktober 2011.

Zo, dat was 1. Nu kijken wat ik me nog van die dag in de Rijnhal in Arnhem kan herinneren. Bewegende vloeren, zoveel weet ik nog wel.

Peter Noordhoek

Northedge

info@northedge.nl
 Copyright © 2020 -  All Rights Reserved
BTW nummer Northedge B.V.: 8192.31.472.B.01
KvK nr. Northedge B.V.: 29048758 Rotterdam
menu-circlecross-circle linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram