CONTACT

Brief van een niet-prominent

29 augustus 2010
Peter

Eerste afweging Peter Noordhoek van zijn keuze voorafgaande aan het partijcongres van het CDA in Arnhem 2010. Hoe te stemmen?
in de tijd hierna, volgen teksten over de beleving van Arnhem zelf en de reflectie op het eigen standpunt erna.

Datum: 29 augustus 2010
Betreft: brief van een niet-prominent

Beste lezer,

In de afgelopen dagen en weken hebben we een reeks geluiden mogen horen van degenen die in de media werden aangeduid als ‘CDA-prominenten’. De stroom brieven bleef aanhouden en opeens merkte ik bij mijzelf dat ik daardoor het geluid van de gewone leden niet meer hoorde. Er was iets plat geslagen. Uit die constatering kwam de behoefte voort om mijn eigen brief1 te schrijven.

Mijzelf beschouw ik als niet-prominent. Helemaal bescheiden ben ik echter niet. Als provinciaal campagneleider, regionaal bestuurder, trainer en afgevaardigde in het stichtingsbestuur van het WI meen ik mijn partij goed te kennen. Als een soort schakel tussen top en basis heb ik de afgelopen weken de gang van zaken sinds de verkiezingen mogen meemaken en meen daarom een redelijk zicht te hebben op wat er gaande is.

Om te begrijpen wat er speelt is het wezenlijk om het proces te schetsen waar m.i. het CDA doorheen is gegaan in de afgelopen weken.
Voor de vakantie was het leven triest maar overzichtelijk. We hadden verloren en we gingen de oppositie in. Persoonlijk was ik een voorstander van dat laatste; de oppositietijd was voor mij de beste tijd; alles kon gezegd worden en bestuurlijke functies deden er minder toe. Ten aanzien van de PVV zat ik er strak in: die partij deugde niet. Als iemand die de Tweede Wereldoorlog goed heeft bestudeerd staan mijn nekharen recht overeind bij de uitspraken van Wilders. Gelukkig hoefden we er even niets mee.

Dan komt het mislukken van Paars+ en het middenkabinet. Plotseling zitten we weer in het spel – en hoe. Dan ga je toch nadenken en praten met je partner en je omgeving. Dan komen ook de vragen. Is het niet te gemakkelijk om ‘nee’ te zeggen? Doe je niet te veel vanuit jezelf en je partij en te weinig vanuit wat er voor Nederland nodig is? En voor je het weet merk je dat er argumenten zijn om wel in de nieuwe werkelijkheid mee te gaan, vooral als dat in de vorm van een gedoogvariant is. Je vertrouwt jezelf echter niet. De redenering gaat nu andersom; ben ik zo gemakkelijk van mijn principes te brengen? Bij terugkeer van vakantie, voor mij begin augustus, merk je dat het gesprek in bredere kring op gang is gekomen. Indrukwekkend is een bijeenkomst met een 15-tal CDA’ers waarvan je de meeste kent als principieel en nadenkend. En ook zij gaan door dit proces heen en staan er nu anders in.

Er zijn een paar redenen om er anders in te staan:

  • Het overheersende gevoel dat we zo niet door kunnen gaan. Er moet iets gebeurenom economisch en social weer vooruit te kunnen gaan. Kunnen en moeten we danniet over onze bezwaren tegen PVV heenstappen, zeker met deze constructie?
  • Alternatieven zijn er zeker, maar dat blijft theorie, alleen al vanwege de tijd;
  • De sleutelpartij in bijna elk alternatief is de PvdA. Echter, als je zo onderhandelt misje elk verantwoordelijkheidsgevoel. De partij heeft sinds de verkiezing niets geleerden is de speelbal van ego’s rondom Cohen;
  • We moeten voorbij Wilders naar zijn kiezers kijken. Die kan je niet allemaal opdezelfde hoop gooien. Het is 2010, een nieuwe situatie;
  • Hé jongens, we hebben verloren. Reden om minder hoog van de toren blazen.Half augustus merk ik dat de meeste CDA’ers er op die manier inzitten. De zuiderlingen wat eerder dan de noorderlingen, de jongeren wat vlotter dan de ouderen, maar per saldo is er de bereidheid de gedoogvariant een kans te geven. Een sociaal netwerk als het Slangenburgberaad, het manifesten van de 44 en andere activiteiten en persmomenten zijn prima uitingen van het andere geluid, maar veranderen daar weinig aan.Richting eind augustus – als ik zelf allang tot over mijn oren in de provinciale campagne zit - verschuift alles weer en ontstaan er twee nogal aparte trajecten. Het minst zichtbare traject is het traject van de formatie zelf. Als in de pers berichten over spanningen in de fractie komen, hebben die bovenal te maken met zorgen over de effecten van bezuinigingen. De 18 miljard is een gegeven, maar in welke hoek komt de klap het hardste aan? Wat als we ook nog eens schade gaan oplopen aan ons sociale gezicht? Kortom; de gebruikelijke spanning van formeren in harde tijden, maar nu van extra scherpte voorzien door de partijpolitieke context. Die context wordt steeds grimmiger door de acties van de zgn. prominenten en evenementen als het christelijk-sociaal congres. Dat is het 2e traject.De acties van de prominenten zelf wekken een sterke tegenreactie op en dat is niet verwonderlijk. Ik ken veel van de betrokken personen goed genoeg om overtuigd te zijn van hun bedoelingen, maar de argumenten voelen niet zuiver aan. Als Van de Beeten wijst op de staatkundige knelpunten in een gedoogconstructie, dan heeft hij op zich gelijk, maar hij plaatst het al te zeer in de context van een agenda om de formatie te frustreren. Alsof staatkunde geen levend iets is. Als Lubbers zijn ‘nee, tenzij’ verwoordt en niets over zijn eigen rol bij de start van de formatie zegt, verliest hij niet alleen zijn geloofwaardigheid maar ook zijn waardigheid (zijn brief verschijnt op de dag dat 30 fractiemedewerkers worden ontslagen vanwege de verkiezingsnederlaag. Hoe krijg je het bij elkaar). Als Veerman c.s. schrijven dat zij hun brief schrijven ‘vanwege de saamhorigheid in de partij’, dan bevorderen zij toch echt de scheuring waar ze voor waarschuwen.
    Het schuurt aan alle kanten. De geluiden van buiten zijn overigens ook merkwaardig. Als de fracties van de Eerste kamer – zonder VVD en CDA – een brief doen uitgaan over een formatie die nog volop gaande is, tonen ze zich een ‘chambre de reflection’ die op geen enkel feit reflecteert en leveren ze bewijsstuk A bij elke discussie die er nog komen gaat over het voortbestaan van deze Kamer.De acties van de prominenten hebben wel hun effect en niet alleen in de peilingen. De partij wordt er door gegijzeld. Omdat alle brieven zich bij uitsluiting richting op de PVV en de principiële kanten van het samenwerken met deze partij, werpen ze de discussie eigenlijk terug naar waar die voor de vakantie was. De discussie van nu, over de centen, wordt daaronder begraven en kan op het verkeerde moment weer boven komen. Veel leden verharden in hun standpunten, maar velen weten het ook niet meer. Het wachten is op een overtuigend verhaal – en anders gewoon op de uitslag van het congres.

Op het moment dat ik deze brief schrijf, is bekend dat de formatie nog wat langer zal duren. Niet om een time-out mogelijk te maken, zoals van prominente zijde werd gesuggereerd, maar om verder te onderhandelen. Mijn vermoeden is dat dit nodig is om met dat overtuigende akkoord te komen richting het congres.

Prima, maar het schroeft de verwachtingen over dat akkoord verder op, terwijl, net als bij elke formatie, het resultaat in feite een compromis zal zijn. Normaal gesproken begrijpt iedereen dat, maar nu staat de boog tot het uiterste gespannen en is relativering kennelijk ver te zoeken. Kortom; er komen kriebels. Zou het dan toch nog mis gaan?

Zelf geloof ik dat het goed zal komen. Zeker weten doe ik niets, maar ik bemerk ik bij mijzelf een vaste overtuiging. De PvdA zal later zeggen; hadden wij maar zo’n discussie met elkaar gehad. Ik hoop oprecht voor hen dat het zover komt.
Ondertussen moeten wij echter met de billen bloot. Ook ik. Het onderhandelingsresultaat ligt er nog niet en daarom mag en moet ik een slag om de arm houden. Ik zal goed naar iedereen luisteren op het congres, al hebben vertegenwoordigers van de nieuwe generatie bij voor mij een streep voor: zij vooral zullen vorm aan de nieuwe toekomst moeten geven. Ondertussen wil ik voor mijzelf wel de stand van zaken opmaken.

Dit zijn mijn motieven om de gedoogvariant een kans te geven:

  • Heel vitaal is en blijft de economische situatie. We hebben de ogen niet op de bal als we alles versmallen tot een voor of tegen PVV-discussie. Ik neem mijn principes serieus, maar juist als ik luister naar de samenleving, voel ik hoezeer de oorzaak voor de steun aan Wilders te herleiden is tot onzekerheid over onze welvaart. Als je dat geen aandacht geeft wordt elk debat over principes een wedstrijd in achteruit fietsen. Geen ‘kurieren am Symptom’ svp. Een combinatie met de VVD is daarvoor de beste route, maar we hebben ook een bewakingsrol op sociaal terrein.
  • Met 1,5 miljoen stemmers op de PVV is een cordon sanitair, voor zover mogelijk, niet wenselijk. In dat opzicht gaat de historische parallel mank en moeten we kiezer en partij(leider) durven te scheiden. Als iemand die in Gouda woont, met twee moskeeën op straatafstand, merk ik weinig respect te hebben voor die PVV- stemmers die in dorpen wonen waar geen Marokkaan woont. Het meewaaierige ervan mag aan de kaak worden gesteld. Tegelijk: wij zijn het die deze stemmen verloren hebben. Wij hebben de tijdgeest niet goed aangevoeld. Wij hebben dus de historische opdracht om de vorm te vinden om die stemmen terug te halen. Dat doe je niet door aan de kant te blijven staan. Dat doe je door de dialoog aan te gaan, door mee te doen. Links heeft me niets meer te zeggen. Soms stinken schone handen. In een combinatie met de VVD en een daaraan toch gebonden PVV, zie ik meer kansen voor dialoog en ombuiging. Zekerheden heb ik ook niet, maar – met respect voor alle oprecht bezorgden - ik ben liever frontsoldaat in die strijd dan leunstoelgeneraal er buiten.
  • Hoe graag ik ook PVV zou willen inruilen voor GL en D66; het is getalsmatig geen oplossing, brengt nieuwe complicaties met zich mee en duurt daarmee te lang.
  • Er zitten staatkundig en staatsrechtelijk verschillende bedenkelijke kanten, de relatie met de Eerste kamer niet in het minst. Ook het niet democratische karakter van de PVV is een diskwalificatie van Wilders’ partij. Mijn vermoeden is dat de wijze waarop met behulp van fractiediscipline en allerlei deals het gedoogkabinet moet overleven geen schoonheidsprijs gaat verdienen. Olifanten zullen door de porseleinkwast heengaan en niet alleen het porselein breken maar ook de kast uitdeuken. Het zij zo. We moeten als CDA niet in de val stappen dat we ons verantwoordelijk maken voor de stembusuitslag. Het is aan ons om het staatkundig verband werkbaar te maken en waar mogelijk te vernieuwen, maar vooral om als junior partner in deze combinatie te laten zien wat we inhoudelijk waard zijn.
  • Ik ben altijd groot voorstander geweest van de aanwezigheid van (welk rotwoord zal ik kiezen?) allochtonen in onze partij. Een gedoogakkoord met Wilders staat daarmee op gespannen voet. Toch kunnen we er moeilijk omheen dat de kiezers ons het signaal geven dat er uitwassen zijn in de allochtone gemeenschap waardoor ze zich bedreigd voelen – inclusief deze kiezer. Ook als CDA moeten we daar wat mee en wel in die zin dat grenzen letterlijk en figuurlijk moeten worden gehandhaafd. Misbruik wordt gestraft. Maar we moeten ook onze eigen grenzen bewaken. Als degenen die wat opbouwen in ons land door ons feitelijk worden afgestoten doen we iets erg verkeerd.In die zin ben ik niet zo enthousiast over een gedoogakkoord. Ik geloof niet dat je wetten sterker maakt door ze nog eens te herhalen. Nog minder geloof ik dat je Wilders woorden kan matigen door ze juridisch te ketenen. Ik geloof dat we onszelf moeten binden. Dat betekent een herbevestiging van ons Program van Uitgangspunten, waarin ons welkom staat verwoordt voor iedereen die dezelfde beginselen deelt. Ook van de VVD mag je zo’n herbevestiging vragen.
  • De kritiek dat een regeringscombinatie met de PVV onze reputatie en dus onze belangen in het buitenland aantast snijdt zeker houd, maar het snijdt niet diep genoeg. Ook een land als Denemarken zit in een dergelijke situatie. Landen als Groot-Brittannië en de Verenigde Staten worden beschermd door hun kiesstelsel, maar ook zij hebben zo hun problemen met hun reputatie. Geert Wilders is natuurlijk een intellectueel naast Sarah Palin. Kortom; relativering is op z’n plaats. En oh ja; er is een partij die ons recent meer imagoschade heeft aangericht.

  • Eerder heb ik gezegd voorkeur te hebben voor een tijdje in de oppositie voor het CDA. Door het proces van de laatste weken moet ik die mening herzien. Oppositie is nu een pure verliesstrategie. Mijn beeld van het CDA is die van een moderne middenpartij waarin ‘kwaliteit’ een leidend thema is. Kwaliteit van de samenleving, kwaliteit van het bestuur. Op termijn zal het midden weer de plaats zijn waar electoraal om gevochten zal worden, maar voor het moment zet polarisatie de toon. Dan zie ik liever het CDA als middenpartij op rechts dan andersom. Ondertussen kunnen we vorm geven aan een samenleving waarin kwaliteit weer belangrijker wordt dan kwantiteit. Op kwantiteiten, bezuinigingen, kunnen we als samenleving en partij niet winnen, op kwaliteit wel. Uit het akkoord voor mij moet blijken dat we daar een perspectief op hebben.Tot slot. Het CDA is van 41 naar 21 zetels gegaan. Als je als partij dan nog geen discussie zou krijgen ben je pas echt dood. In die zin is een scherpe discussie een zegen. De discussie die we nu krijgen is wel erg veel van het goede. Het wordt maken of breken, scheuren of helen. Hoe het gaat aflopen weet ik ook niet, maar ik toch ben ik optimistisch. Uit de laatste oppositieperiode heb ik een natte schouder van de tranen overgehouden. Ik herinner me serieuze discussies over de opheffing van de partij. Tegelijk heb ik de taaiheid van het bestaande leren kennen. De discussie zoals die nu speelt ervaar ik als een versnelde catharsis, passend bij de tijd van nu. Is het congres positief over een gedoogakkoord, dan zullen vele leden afhaken - en het zullen zeker niet de slechtste zijn. Er zullen er echter genoeg overblijven voor een volgende fase in het bestaan van de partij. Zelf ben ik mijn afweging aan het maken. Een afweging die ik afrond op basis van de inhoud van het akkoord en de uitingen van de leden. Degenen die denken dat een partijcongres geen ‘nee’ durft te zeggen, kennen het CDA niet zoals ik dat ken. Een ‘nee’ behoort zeker tot de mogelijkheden. Ook voor mij. Vooralsnog is het echter ‘ja’.

Dank voor de aandacht, met vriendelijke groet,

Peter Noordhoek

Northedge

info@northedge.nl
 Copyright © 2020 -  All Rights Reserved
BTW nummer Northedge B.V.: 8192.31.472.B.01
KvK nr. Northedge B.V.: 29048758 Rotterdam
menu-circlecross-circle linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram