Politiek wordt steeds meer persoonlijk. Toch? We ontwikkelen ons richting een partij per kandidaat, een kandidaat per kiezer. Ideaal toch? Of is dat eigenlijk een nachtmerrie? Ik was bij een jongerendebat. Elke kandidaat deed het goed (vooral de nr. 5 van het CDA Gouda, Niels Honkoop. Onthou die naam). Ik had fotodienst en voor het plaatje zocht ik een plek terzijde van de kandidaten. Zeven hoofden op een rij. Even daarna wisselde de groep kandidaten. Weer zeven kandidaten op een rij. Leuke koppen, heel divers. Veel toekomst. En toch zag ik vooral de rijen kandidaten. Oftewel: hoe je de anonimiteit organiseert. Veel toekomst?
Recent heeft mijn werkelijk zeer gewaardeerde docent Wim Voermans, samen met Geerten Waling, een boek geschreven onder de titel 'Gemeenten in de genen'. Hij stelt dat de lokale democratie prima functioneert. Daar kan ik het mee eens zijn. Omdat ik nogal eens over de grens mag trainen, weet ik hoe gelukkig we ons mogen prijzen met onze democratie. Maar ik zet toch echt vraagtekens bij de stelling dat veel partijen een teken zouden zijn van een florerende democratie. Dat zou namelijk gewoon een kwestie zijn van een goede afspiegeling van de bevolking. En een goede afspiegeling, dat vormt op termijn de beste basis voor de democratie, zo is de stelling van het boek. Ik weet het niet. Of ik weet eigenlijk zeker van niet. Staatkundig kan dat inderdaad zo zijn, maar als je heel veel personen bij hun personen zet, krijg je een massa. En als je voor elke kiezer een partij hebt, krijg je partijen die zo plat zijn als een plaatje.
Ik geloof in ideologisch gevoede en historisch gewortelde partijen. Partijen die langzaam aan de mantel van de democratie zijn gegroeid, die de blauwe plekken van het besturen hebben gebruikt om er sterker van te worden. Partijen die er tegen kunnen als binnen die partijen over de koers gevochten wordt omdat ze weten dat ze uiteindelijk weten wat de gezamenlijke basis is. Die lokaal geworteld zijn en landelijk kunnen kijken, die de zachte sector niet alleen zacht bejegenen en de harde sector met af en toe een tikje tegen de kont menselijk weten te houden. En van die partijen heb je er altijd maar een paar nodig.
Ach, eigenlijk zijn die partijen helemaal het probleem niet - en de kandidaten nog minder. Ik ben natuurlijk helemaal niet in de positie om het te zeggen, maar het probleem zijn wij: de kiezer. Als wij kiezers alleen maar ons eigen belang denken, hoe kan je dan verwachten dat kandidaten aan het algemeen belang denken? Zullen we ons als kiezers eens gaan bezinnen?
Peter Noordhoek