CONTACT

Over hypocrisie

21 oktober 2018
Peter

Foto: PN

Twee keer in ruim een week werd ik aangesproken op de hypocrisie die er in de houding van de Nederlanders zou liggen. De eerste keer ging het om de houding van Nederland ten aanzien van Curaçao. De tweede keer ging het over de houding ten opzichte van Hongarije. Omdat het gevaar van schijnheiligheid altijd op de loer ligt, leg ik dat niet zonder meer naast mij neer. Maar wanneer trek je het echt naar jezelf toe en laat je het je positie beïnvloeden? Tot slot van deze blog nog enkele woorden naar aanleiding van het overlijden van Wim Kok.

Curaçao

Mijn broer wilde bij mij langskomen. Hij woont en werkt met zijn gezin al vele jaren in Curaçao, maar door het plotseling overlijden van zijn schoonmoeder was de familie naar Nederland gekomen. Na de crematie van deze bijzondere vrouw, was er geen echte gelegenheid om te praten en dus wilde hij bij mij thuis langskomen. Natuurlijk, welkom. In Café Central, op de markt in Gouda, hebben we ons gesprek gehad. Dat gesprek ging eerst en vooral over familie, maar bleek van zijn kant ook erg gedreven door een verlangen om zijn beklag te doen over de Nederlandse houding ten aanzien van Curaçao. Dat is wel vaker een gespreksthema, maar meestal doet hij zijn best om het bij een vrolijk soort cynisme te laten. Dit keer kon hij dat nauwelijks nog opbrengen. De boosheid over de ‘hypocrisie van de Hollanders’ zat heel dicht onder het oppervlak. Hij zou het nooit op mij persoonlijk richten, maar ik moet het wel heel goed horen.

Het gaat slecht met Curaçao. Naast het toerisme is er eigenlijk niets meer. De raffinaderij ligt stil, mede door de situatie in Venezuela, scheepsverkeer ligt door een conflict met de Chinezen goeddeels stil. Hij is directeur van een bedrijf in Willemstad en natuurlijk voelt hij het ook, maar hij hoeft geen medelijden. Ook de eilandregering krijgt bepaalt zijn medelijden niet. De zorg draait om de werkeloosheid en bijbehorende armoede die nu het eiland treft. Die is heel groot. En daaruit komt het verwijt door over Nederland en de Nederlandse overheid – het kan jullie kennelijk helemaal niets schelen. De Nederlandse overheid is bezig met controles, de Nederlandse overheid is bezig met verantwoording. Een Nederlandse overheid die uitgerangeerde ambtenaren naar het eiland stuurt en waar niets van uitgaat. En ondertussen is het geld voor bijvoorbeeld Sint-Maarten nog steeds niet uitgegeven, omdat ze de boeken kennelijk nog steeds niet sluitend krijgen. Hij sluit kernachtig af: ‘Jullie willen toch van ons af? Nou, doe dat dan, maar zelfs daar zijn jullie te slap voor. Het is allemaal zo hypocriet’.

Dat maakt indruk. Niet omdat ik het niet wist: de berichten heb ik gelezen. En hij heeft het er niet voor het eerst over. Maar het is anders als er iemand tegenover je zit, zeker als het je broer is, die de volle emotie op je loslaat. Ik heb een hogere pet op van de Nederlandse ambtenaren dan hij en het lijkt me een onmogelijk eiland om (bij) te sturen, maar als alles wat we doen een soort voorkomen is van krantenkoppen over ‘verspilling van gelden in de Antillen’, dan maken we het uiteindelijk alleen maar slechter en verdienen we de woede. Zijn 'we' hypocriet. Maar ben 'ik', als Nederlander, dat dan ook?

Hongarije

Het duurde nog geen week voordat ik de volgende verwijten te pakken had over hypocrisie. Samen met drie collega’s, mocht ik afgelopen weekend aanwezig zijn op het ‘alumni congres’ van het Robert Schumann Instituut. Het instituut verzorgt opleidingen voor vooral jongeren en vrouwen in Oost- en Centraal-Europa en is nauw verbonden aan de Europese Volkspartij. Sinds 2006 train ik al voor ze en de samenwerking is heel hecht geworden. Net als bij alle politieke partijen wordt het belang van training structureel onderschat en daardoor is er altijd een gebrek aan middelen, dus we hebben al heel wat lief en leed gedeeld rond het instituut. Nooit heeft de lokale politiek in de weg gezeten. Tot afgelopen juni en dat is ook wel mijn eigen ‘schuld’. Het instituut is gevestigd in Boedapest, Hongarije, en de medewerkers zijn allen Hongaren. Onze Zuid-Hollandse resolutie over het optreden van regeringspartij Fidesz en hun leider Orban, heeft de relatie met Hongarije op scherp gezet. En ook al heeft het RSI niet meer of minder banden met Fidesz dan het met het CDA heeft, je vraagt je toch af hoe je ontvangen wordt als je naar hun 'home town' toegaat.

Goed dus. Met deelnemers uit landen van Litouwen tot Libanon en van Albanië tot Armenië, werd het een mooie bijeenkomst. Elk van de vier Nederlandse deelnemers mocht een sessie voorzitten, waarbij het in mijn geval ging om een levendige paneldiscussie over de positie van jongeren en vrouwen. Prima, maar het is toch vooral in de wandelgangen dat de echte gesprekken worden gevoerd. En natuurlijk gingen die ook over de positie van Hongarije in de EU en in het politieke familieverband van de Europese volkspartij (EVP). Op een gegeven moment legde ik mijn gesprekspartner uit dat het verwijt richting Fidesz niet alleen om het kritische rapport Sargentini gaat, maar ook te maken heeft met het beeld dat Hongarije de grootste netto-ontvanger van EU-gelden is en dat dit gegeven Fidesz kennelijk niet tot meer bescheidenheid brengt – en dan hebben we het nog niet over de signalen van corruptie. Hoe denk je dat de gemiddelde burger in Nederland daarover zal denken? Mijn gesprekspartner wees in antwoord op alle deelnemers in de gang van het congres en zei, in ongeveer deze bewoordingen: “Al deze mensen zijn afkomstig uit landen die aantoonbaar minstens zo corrupt zijn als Hongarije - en wij doen er wel degelijk veel aan om de corruptie terug te dringen. Ik zou je er ook op willen wijzen dat ook in Westerse landen veel corruptie voorkomt, waarvan sommigen minsten op het niveau van Albanië. Het is wel heel hypocriet om de kritiek alleen op Hongarije te richten.”

Daar viel en valt best het nodige tegen in te brengen: het zijn de provocaties van Orban zelf die de kritiek hebben uitgelokt. Onze resolutie bijvoorbeeld, was bovenal een oproep tot dialoog. Als je er een oorlogsverklaring in wilt lezen, wie heeft er dan een probleem? Andere landen proberen autoritair gedrag niet vanuit een ideologie te vergoelijken die op de eigen partijfamilie is gericht. Je kan ook zeggen dat je niet een beetje zwanger kunt zijn: corrupt is corrupt, ondemocratisch is ondemocratisch. Je kan zelfs zeggen dat we als we EVP eindelijk niet meer hypocriet zijn: te lang hebben we fout gedrag getolereerd en ondertussen mooie woorden over waarden hebben gesproken. Eindelijk trekken we een streep. Niets hypocriets aan. We zijn eindelijk consequent.

Allemaal waar, maar mijn gesprekspartner liet me ondertussen visueel zien wat het probleem met een strakke houding is: het maakt ontmoetingen als die dag uiteindelijk onmogelijk als partijen uit de familie worden gestoten. Het ‘socializen’ in de gangen van het congres tussen vertegenwoordigers van landen vol corruptie en autocratische neigingen zal die landen nooit direct minder corrupt maken. Door het opleiden van nieuwe generaties leiders maak je de kans wel groter dat ze langzaam maar zeker hun landen mee trekken in een meer democratische beweging. Dat is lange termijnwerk en vergt een stevige dosis optimisme, maar het is niet hypocriet om daarin te geloven.

Twee beschuldigingen

Twee beschuldiging van hypocrisie. Beide niet in de eerste plaats op mij gericht, dus als ik wilde kon ik duiken. Ik wist al van de ellende op Curaçao en vind het belangrijk dat er meer aandacht voor komt (al vermoed ik dat ook met een perfecte Nederlandse overheid het moeilijk blijft). In het geval van Hongarije heb ik in de vorm van de resolutie actie genomen en ben ik dit weekend de discussie niet uit de weg gegaan. Hoezo hypocriet? Tegelijk vertegenwoordig ik een land en een deel van Europa dat zeker kwetsbaar is voor beschuldigingen van hypocrisie. We zijn wel van het geheven vingertje. En van de splinter en de balk. Alleen al doordat we onze debatten door de (social) media steeds weer laten versmallen tot een enkel item dat hoog in het nieuws scoort, treft kritiek dat we niet fair zijn in onze kritiek naar een arm eiland of een gefrustreerd land al snel doel. En dus moet je oppassen met duiken voor zo’n verwijt.

Uiteindelijk denk ik echter dat het weinig zin heeft je te laten verlammen door een angst hypocriet te zijn. Benoemen, aandacht vragen en actie nemen is de betere koers: wakker worden als het om Curaçao gaat, grenzen trekken als het om gedeelde Europese waarden gaat. De echte waarschuwing die in de beschuldiging van hypocrisie besloten ligt, komt in de vorm van een voorbehoud: het gesprek moet wel doorgaan. Mijn broer moet bij mij langs kunnen blijven komen (absoluut! - en ik naar hem overigens) en ik moet naar Boedapest blijven gaan (absoluut!). Belangrijker: ik heb mede in de gaten te houden of mijn regering wel beter werk gaat afleveren op het eiland en ik heb in de gaten te houden of de trainingen en ontmoetingen wel doorgaan zoals ze moeten doorgaan. Uiteindelijk gaat het om wat je zelf voor verschil kunt maken, niet om welke lasten van de wereld je allemaal moet dragen.

Peter Noordhoek

Wim Kok

Wim Kok was onze laatste premier met wijze grijze haren. Persoonlijk heb ik hem niet gekend, wat het voor mij minder logisch maakt in een blog bij hem stil te staan en ook omdat vele goede beschrijvingen voorhanden zijn van mensen die hem goed gekend hebben (gedacht kan worden aan Niemantsverdriet, Wallage, Klein & Kooistra).

Er is één element uit zijn levensverhaal dat ik eruit wil halen. Vroeg in Paars I hield Kok een rede waarin hij zei dat ‘de PvdA haar ideologische veren moest afschudden’. Die uitspraak is hem later zeer kwalijk genomen. Van het begin af is dat voor mij echter een uitspraak geweest waarvan ik vond dat die niet bij hem paste. Niet omdat Kok geen praktische man is. Dat was hij wel. Maar precies dat: praktisch - en dat is weer iets anders dan pragmatisch. Wim Kok was gedoopt in de rode verf van de sociale beweging en daarvan ontleende hij zijn principes. Ik kon mij niet voorstellen dat hij die af wilde krabben. Ik denk dat dit ook niet is gebeurd. Je ‘ideologische veren willen afschudden’ is in wezen een zeer ideologische uitspraak. Die kwam dan ook van Bram Peper vandaan en niet van Kok. Peper schreef de tekst voor die speech en Kok liet zich verleiden om die woorden uit te spreken om zo een streep te zetten onder interne twisten binnen de PvdA. In de kern was Kok namelijk vooral een verzoener, een bruggenbouwer. Voor mij was hij, anders dan Den Uyl, een vertegenwoordiger van de ‘stille generatie’ en een van de allerlaatsten van die generatie die ons hielp om de brug te slaan tussen de conformistische naoorlogse periode en veel liberaler tijdperk. Ware bruggenbouwers zijn mensen die zichzelf blijven, ook in het contact met andersdenkenden. Hij verloochende zich daarbij niet, bleef altijd PvdA’er, altijd socialist, maar dat weerhield hem niet voor de beste oplossing te gaan. Heel praktisch. Dank, Wim Kok.

Northedge

info@northedge.nl
 Copyright © 2020 -  All Rights Reserved
BTW nummer Northedge B.V.: 8192.31.472.B.01
KvK nr. Northedge B.V.: 29048758 Rotterdam
menu-circlecross-circle linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram