CONTACT

Kletsbekwaamheid. Over de rekbare grenzen van wilsonbekwaam zijn

20 november 2016
Peter

Wanneer ben ik wilsbekwaam? En wanneer wilsonbekwaam? In ons land hebben we het onderscheid in wel of niet wilsonbekwaam in theorie vrij scherp geregeld. Je bent het of je bent het niet. De aanname is dat de rechter dat bepaalt. Dat kan gebeuren bij ouderen, bij psychiatrische patiënten en bij mensen met een verstandelijke beperking is bijna per definitie wilsonbekwaam. Hele categorieën mensen kunnen zo als ‘wilsonbekwaam’ worden neergezet. Alleen: daar gaat de rechter helemaal niet over (wel over ‘handelingsbekwaamheid: als iemand wel of niet mag beslissen). Wilsonbekwaamheid speelt bij de vraag of iemand wel of niet de eigen keuzes overziet: ‘in staat is tot een redelijke waardering van de eigen belangen ter zake’. Wilsbekwaamheid is dus altijd ‘ter zake’: afhankelijk van de situatie op dat moment. Iedereen heeft recht op zijn of haar eigen keuzes, ook als dat de ‘verkeerde’ zijn in de ogen van een ander. Het punt is dat we onze samenleving zo hebben georganiseerd dat hele categorieën mensen gewend zijn dat die keuze wordt overgenomen door anderen: verwanten en allerlei begeleiders die vanuit hun professionaliteit in staat zijn voor jou de keuze te overzien en dat dan ook doen – vaker dan strikt nodig is. Daar gaat deze blog over, geïnspireerd door iemand die er echt verstand van heeft, maar wel voor mijn eigen verantwoording. Dat is in elk geval mijn keuze. Maar overzie ik die keuze wel? Ik wil een blog over wilsbekwaamheid schrijven, maar overzie ik die keuze wel? Ach, ik klets me wel door deze blog heen. Ben ik heel bekwaam in.

Nu is iedereen - soms - wilsonbekwaam

Twee ontwikkelingen zijn van invloed.
De eerste is, zoals dat zo neutraal heet, de 'toegenomen complexiteit van de samenleving'. Dus als je helemaal op tilt slaat, wanhopig wordt en met je hoofd op de tafel bonkt als je weer eens met een formulier wordt geconfronteerd waar je niets van begrijpt en het weggooit in de (digitale) prullenbak, dan vertoon je duidelijk het gedrag van een wilsonbekwame. De keuze is in formele zin dan wellicht nog mijn keuze, maar de ‘redelijke waardering’ is ver te zoeken. En aan het formulier ligt het niet.
Gegeven die complexiteit, realiseren we ons steeds beter dat wilsonbekwaamheid op vele momenten op de loer ligt. Er komen nieuwe categorieën wilsonbekwamen bij: ouderen, al dan niet met Alzheimer, de digibeten. En de slimsten van ons realiseren zich dat we allemaal wel eens momenten van wilsonbekwaamheid kennen; dat verlammend gevoel van onvermogen om te kiezen terwijl we de consequenties van die keuze niet overzien. De vraag is hoe we daar mee omgaan. Al kletsend, als mijn voorbeeld een indicatie is. We worden steeds slimmer in het verhullen van ons onvermogen om te snappen en beslissen. Het ligt aan de systemen, aan de politiek, niet aan ons. Ondertussen doen we het elkaar wel aan en leggen de lat voor wilsbekwaamheid hoger en hoger.
Vroeger werd de vraag naar wilsonbekwaamheid nauwelijks gesteld. Alleen mensen die bewusteloos zijn of tot de genoemde categorieën behoorden, waren daar van uitgesloten. Nu zeggen we, heel sneaky eigenlijk, is die persoon wel in staat om verstandige keuzes te maken? Samen met dat bijvoeglijk naamwoord is de groep wilsonbekwamen oneindig groot gemaakt. Van Trumpstemmers tot grachtengordelintellectuelen: wij behoren er allemaal toe. En al kletsend maskeren we dat. Totdat.

Wat te doen met de wil van de wilsonbekwamen?

De tweede ontwikkeling is spiegelbeeldig. Deze richt zich op de vraag: je wordt als wilsonbekwaam beschouwd, en dan? Bijvoorbeeld in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking - maar ook bijvoorbeeld in de ouderenzorg - is er de neiging om te redeneren 'je bent wilsonbekwaam, dus kan je niets. Wij zullen wel voor je beslissen, wij zorgen er wel voor dat je je geen zorgen hoeft te maken.' De bedoeling achter deze bijzondere manier van ‘ontzorgen’ is niet verkeerd, integendeel. Het kan echter wel verkeerd uitpakken. Mensen die op sommige momenten terzake wilsonbekwaam zijn, worden zo bejegend dat ze helemaal niets meer kunnen. Echte keuzes worden hen systematisch ontnomen. Dat schendt in feite hun rechten, hoe goed ook bedoeld. De missie moet dan zijn om mensen te helpen om zich zoveel mogelijk wilsbekwaam te tonen. Concreet betekent dit ook dat er fouten mogen worden gemaakt. Fouten maken? Ja maar, wij zijn toch juist op aarde om jou daarvoor te behoeden?

Het probleem met ontzorgen

Het is niet altijd dat als je vragen rond een ingewikkeld thema hebt, je alleen maar hoeft te wachten tot je vrouw klaar is met het schrijven van haar boek. I’m a lucky man – en een trotse man. Afgelopen maand heeft Loes het boek ‘Wie beslist?’ gepubliceerd, met als ondertitel ‘Ondersteunen van wilsbekwaamheid in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperklng’*. Het is het eerste boek in z’n soort over wilsbekwaamheid (en haar vijfde boek over zorg voor deze groep). De lijnen die ik hiervoor schets zijn daarin terug te vinden, met een zwaar accent op de tweede lijn: hoe kunnen we ervoor zorgen dat mensen met een verstandelijke beperking niet als het ware steeds terug geduwd worden in hun wilsonbekwaamheid, maar daar waar ze zelf kunnen beslissen, dat ook inderdaad doen? Het boek beperkt zichzelf door de tekst (en een video met voorbeeldsituaties) te richten op de begeleiders van de mensen met een verstandelijke beperkingen. Die beperking is er niet voor niets: bij de begeleiders moet de eerste winst worden behaald. Minder dan de gemiddelde ouder, maar nog altijd meer dan gewenst, zijn zij geneigd keuzes over te nemen als dat eigenlijk niet nodig is. Maar waar ligt dan de grens? Doen alsof de beperkingen er niet zijn, is ook geen optie. Die zijn er wel degelijk. Het hele onderwerp wilsbekwaamheid barst van de dillemma’s. Eigenlijk is het een onmogelijke opdracht voor de hulpverleners om voor een cliënt vast te stellen of deze op dat moment wilsbekwaam is of niet. Als het je professionele opdracht is om voor zorg en veiligheid te zorgen, dan zal toch de neiging groot zijn om van wilsonbekwaamheid uit te gaan en over te nemen. Maar als je gelooft dat keuzevrijheid niet alleen een recht is voor de cliënt, maar dat daar die cliënt ook beter van gaat functioneren, dan is er wel een andere houding nodig.

Uiteindelijk gaat het om, lelijk woord, een procesbenadering, waarbij de begeleider per situatie moet inschatten welke ondersteuning de cliënt nog nodig heeft -  en dan steeds net wat meer ruimte geeft dan nu gebruikelijk is. Loes voorziet in een handig stappenschema. Belangrijker is dat ze scherp laat zien wie waar nu eigenlijk voor verantwoordelijk voor is als het om wils(on)bekwaamheid gaat.

Voorbij de dagelijkse beslissingen

Anders dan mijn vrouw die terecht de beperking (en een grote leesvriendelijke letter) zoekt bij een groot thema, zit ik zo in elkaar dat ik de volle breedte van een thema wil verkennen. Zij richt zich vooral op de dagelijkse beslissingen: wanneer kan ik naar bed gaan? Mag ik mijn deur op slot doen? Mag ik een rommel van mijn kamer maken?, mag ik zelf bepalen waar ik op vakantie ga?

Ik start bij vragen naar beleid en budget.
Natuurlijk vind ik wat ze doet geweldig, maar hoe belangrijk is het nu eigenlijk dat mensen met een verstandelijke beperking meer zeggenschap krijgen of hun eigen wil meer mogen volgen? Ik ken grote woorden als ‘menswaardig’, ik ken het VN-verdrag, maar waarom zoveel inspanning voor soms zo frustrerend weinig resultaat? Het heeft me best tijd gekost om dat te pakken, temeer daar het er vaak op lijkt dat begeleiders en ouders wel heel hardnekkig terugvallen in oud gedrag. Ondertussen zien we dat pogingen tot zelfstandig wonen in de wijk maar al te vaak mislukken en de Josti-band tenenkrommend blijft als je er niet politiek-correct naar kijkt. Toch?

Moderne zorg

Mijn diepere overtuiging is dat meer zeggenschap en meer uitgaan van de eigen wil, uiteindelijk de enige weg is naar moderne zorg. Geen Europees land stopt meer ouderen of mensen met een (verstandelijke) beperking in instellingen dan Nederland. Dat doen we best goed, maar het komt wel neer op een dure manier van het wegstoppen van hele categorieën van mensen. Het streven moet blijven om letterlijk en figuurlijk te normaliseren. Op dit moment wordt veel van de modernisering van de zorg verwacht van slimme apps en andere digitale dingen. Mijn ervaring is dat voor elk ding dat digitalisering oplost, een nieuw probleem ontstaat. De langzame weg van leren zeggen wat je wilt, beslissen wat je kan en leren wat je moet leren is volgens mij de beste. We zijn allen wilsbekwaam binnen onze beperkingen en nooit op elk moment.

Kiezen voor keuzes maken

Tot slot terug naar het eerste thema, dat van de complexiteit van de samenleving en onze eigen wilsonbekwaamheid als we daar mee worden geconfronteerd. Ook daarvoor geldt dat we allen wilsbekwaam zijn binnen onze beperkingen. Het meest schrijnend vind ik in de jeugdzorg het moment dat een jongere met problemen – en dat zijn er erg veel – 18 jaar wordt en opeens geen zorg meer krijgt omdat hij of zij dan wordt geacht volwassen te zijn. Veel ex-jongeren zullen dan pas echt gaan ontsporen.

Natuurlijk moet er ergens een moment zijn dat mensen hun eigen verantwoordelijkheid gaan voelen. Zeker – en hoe eerder hoe beter. Maar wettelijke ficties geven fricties als er niemand meer in beeld is om de persoon echt te leren om de gevolgen van zijn of haar eigen beslissingen te dragen.

En zo is het met tal van onderwerpen. Hoe kunnen we verwachten dat migranten integreren, hooligans echte voetballiefhebbers worden en kiezers snappen waarop ze kiezen willen, als ze niet geconfronteerd worden met de gevolgen van hun eigen keuzes en leren als wilsbekwamen te handelen? Hoe dat precies moet is een puzzel en natuurlijk situatiebepaald. Het gaat hoe dan ook om de juiste balans tussen eigen verantwoordelijkheid, tussen bemoeizorg en bemoeizucht. Eén ding weet ik wel; een absolute scheiding tussen wilsbekwamen en wilsonbekwamen is noch rechtsgeldig noch houdbaar. Laat het het debat beginnen.

Peter Noordhoek

* ‘Wie beslist? Ondersteunen van wilsbekwaamheid in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Loes den Dulk, Conferent Uitgeverij, 2016. Naast het boek is een video en een Hulpboek beschikbaar. Zie ook www.raadopmaat.org.

Northedge

info@northedge.nl
 Copyright © 2020 -  All Rights Reserved
BTW nummer Northedge B.V.: 8192.31.472.B.01
KvK nr. Northedge B.V.: 29048758 Rotterdam
menu-circlecross-circle linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram