Omdat het gedichtendag is:
Ze neemt haar rillingen mee
fietsend in de diepe avond
langs de lange Bloemendaalse weg
Ze voelt: griep. Hoopt van niet.
Bedenkt, vraagt zich af, of
guur de tegengestelde
versterking van onguur is
en rilt opnieuw
Het stoplicht halverwege
wordt een doel, iets om
snel
trappend
pompend
te halen
Het achter te laten
Dat lukt en
groen wordt net geen rood
Dan duwt de wind
weer vol in 't gezicht
en haalt de kou
samen met flarden
van de kreten
van de jongens
eerder
langs de kant
haar in
Guur, onguur
PN '14