Zo schreef Inez Meter, de eerste stadsdichter van Gouda en in veel opzichten de moeder van alle opeenvolgende (stads)dichters van deze stad. Dit gedicht mocht ik, als tiende stadsdichter van Gouda op haar begrafenis voordragen, minder dan een maand voordat de elfde stadsdichter zal aantreden.
Dit gedicht heb ik de avond voor haar begrafenis ook voorgedragen aan de deelnemers van e Goudse Dichtersschool, daarbij vertellend dat ik had heb leren kennen toen ik lid werd van het Dichtgenootschap Ghereaer Leeu en daarin zeker ook van haar de stimulans heb gekregen om meer uit mijn talent te halen. Het Dichtgenootschap en de Dichtersschool zijn voorbeelden van de grote erfenis die zij achterlaat en die ik hoop ook verder te hebben gebracht. En verder was het voor mij vooral een lief voorbeeld van omgaan met leef tijd.