CONTACT

Effe over m'n cluppie: VNO-NCW

29 juni 2015
Peter

Nee, ik ga het niet over de uitspraken van de heer De Boer hebben. Dat is oud nieuws. Vandaag zijn we alweer met andere dingen, andere mensen bezig. Griekenland bijvoorbeeld. Maar dat is precies mijn punt. We struikelen van uitspraak naar uitspraak en ondertussen is het de vraag waar een instituut als VNO-NCW nog voor staat. Hoe krachtig is het nog? Daar wil ik hier bij stilstaan, want het is wel mijn club. Ik moet het dus, zoals Hans het zou zeggen, effe over m’n cluppie hebbe.


Krachtig. Krachtig?

VNO-NCW is altijd goed tot heel goed geweest als:

een krachtig vertegenwoordiger van het Nederlands bedrijfsleven in het buitenland
een krachtige vertegenwoordiger van het bedrijfsleven in Nederland
een krachtig platform van platforms
een krachtige regionale speler
een krachtige kampioen van de polder
een krachtige vereniging, met ruimte voor bezinning
Is dat nog zo? Ik merk dat ik er te lang stil over ben geweest, dus nu wil ik het eens goed op een rij zetten. Sorry, het wordt een langere blog.

Een krachtige vertegenwoordiger in het buitenland

Dat is het gelukkig nog steeds. Wel heb ik het idee dat de samenleving steeds wantrouwender kijkt tegen al die ‘snoepreisjes’ en dat zelfs de meerwaarde van de aanwezigheid van de Koninklijke familie bij dergelijke ter discussie wordt gesteld. Dat wantrouwen moet niet te ver doorwerken. En wat heb ik als arme start-up in die grijze gezelschappen te zoeken?

Een krachtig vertegenwoordiger van het bedrijfsleven in Nederland?

Toen ik in ’90 bij De Baak ging werken, het ‘managementstudiecentrum VNO’, was de afstand tot het Haagse VNO groot, erg groot. Dat begreep ik eerst niet, maar al snel kwam ik er achter dat je op het hoofdkantoor van VNO niet echt andere ondernemers tegenkwam, maar vooral ‘secretarissen’. Deze secretarissen waren simpelweg de beste ambtenaren van Den Haag. Ze waren meer ambtenaar dan de departementsambtenaren, zelfs sterker dan die van EZ. EZ was meer het opleidingsinstituut; daar zat het ‘klasje van Rutten’, de SG. Hij stoomde ze klaar. Daarom was het VNO ook zo sterk. Zowel politici als ondernemers stempelden af wat door de secretarissen met de ambtenaren was voorbereid. VNO was de grootste, beste papiertijger.
Met het verstevigen van de positie van de politiek vanaf 2001 en het tegelijk verzwakken van de positie van de ambtenaren – een proces dat nog steeds doorgaat – heeft het VNO gewoon de trend gevolgd. De politieke banden werden aangehaald. Steeds meer bestuurders met een politieke achtergrond kwamen in het bestuur van VNO-NCW terecht, in de nieuwe toren boven de Maliebaan, een stuk hoger dan die andere. Met die politisering kan je moeite mee hebben, maar het is wel rationeel. Dat nu ook de trend naar het populisme is gevolgd is niet zo rationeel. In ieder geval is het geen goede strategie voor de langere termijn. Veelzeggend is hoe hoezeer VNO-NCW met de politieke partijen meegaat in de kleine p-politiek rond het belastingstelsel, zie de uitspraken rond de btw-verhoging – en de strijd nog verliest ook. Om grote thema’s aan te kunnen moet je zelf een groot verhaal hebben.

Een krachtig platform van platforms?

Het is geen toeval, die nieuwe toon van de voorzitter. Het is een manier om met name de MKB-ondernemer er weer bij te halen. Hard wakker geworden bij de oprichting van een nieuwe ondernemersvereniging door Hans Biesheuvel, net daarvoor enigszins besmet vertrokken als MKB-voorman, werd dat nodig gevonden. Achtergrond is een fusie tussen VNO-NCW en MKB Nederland. Voor de belangenbehartiging en bedrijfsvoering is die weer helemaal rationeel, maar voor het gevoel van de ondernemer niet. Het is ook een fusie tegen de trend in; elders zie je eerder splitsingen tussen grote en kleine leden dan een samengaan. De achtergrond van die spanning tussen de leden is het ontbreken van een goede middenlaag die als schakel kan fungeren en bovenal: een verwaarlozing van de echte rol die brancheverenigingen spelen.
VNO-NCW is altijd een platform van platforms geweest. Elke branchevereniging die iets voor haar leden wilde betekenen moest zich wel aansluiten; hoe dichter bij het dagelijks bestuur, hoe beter. De uitleg naar de leden toe? Het moet voor een krachtige belangenbehartiging. Nou die is er ook gekomen. Alle ogen gericht op Den Haag, alle ogen gericht op Brussel. En de koepels, de brancheverenigingen zelf? Die gingen samen met de bestuurders van het grote VNO-NCW met hun rug naar de leden staan.
Tot 2013 was het zo dat ik niet terecht kon bij VNO-NCW (en bij SER en CBS) met een simpele vraag: hoeveel brancheverenigingen zijn er in Nederland? Het antwoord interesseerde eenvoudig niet. Pas na de desertie van Hans Biesheuvel veranderde dat. Het is symptomatisch voor een situatie waarin brancheverenigingen en VNO-NCW elkaar ‘in hun kracht lieten’. Met andere woorden; zich niet wezenlijk met elkaar bemoeiden. Wat vergeten werd, is dat je belangenbehartiging uiteindelijk afhankelijk van de kwaliteit van de producten en diensten die de leden leveren. Je daar niet mee bemoeien vanuit een lobbysmoes maakt je a) afhankelijk van de politiek en leidt b) tot een disinteresse die tot irrelevantie leidt. Gelukkig snappen veel verenigingen inmiddels weer waar hun prioriteit moet liggen, richten zich op hun (nieuwe) leden en vernieuwen zich. Een prachtig initiatief als dat van ‘De Nederlandse Associatie’ geeft hopelijk een nieuwe impuls aan de professionalisering. Voor VNO-NCW is het voorlopig too little too late.

Een krachtige regionale speler?

VNO-NCW is het knooppunt van een groot aantal regionale verenigingen met jongeren afdelingen en vertakkingen naar alle ondernemersverenigingen toe. In potentie een enorme bron van kracht en dat komt er soms ook echt uit. Maar juist op dit vlak is een forse blunder gemaakt. Probeer nog maar eens een wat kleiner plan uit de grond te tillen en er betrokkenheid van ondernemers bij te krijgen. Tot voor kort ging je dan buurten bij de Kamer van Koophandel in de regio. Die taak is gekielhaald. Wat we nog over hebben is de registerbureaucratie. Als er een partij gelobbied heeft voor het einde van deze taak van de Kamer is het VNO-NCW. Die taak kunnen wel overnemen, was het idee. OK, laat maar zien,
Dan blijkt zo’n regionale vereniging doorgaans ook niet meer dan een verzameling vrijwilligers met een overbezette secretaris. Goede mensen, stuk voor stuk. Ondertussen lukt het ze niet om de lappendeken van lokale ondernemersverenigingen op een lijn te krijgen, laat staan meer dan één effectieve regionale lobby op te zetten. Generalisering? Ja, maar met meer dan een kern van waarheid.

Een krachtige kampioen van de polder?

Dat was het. En terecht. Nog steeds vormt het poldermodel de basis onder ons concurrentievoordeel. We gaan daar heel slordig mee om, maar tot nu toe wisten ze in de Malietoren het hoofd koel te houden en de kracht ervan te benutten. Maar er is wel een prijs voor betaald door, zeg maar, de kortebaan ondernemers, die van het niet lullen maar poetsen, kort te houden. Dat gaat een tijd goed, maar vroeg of laat komt de onrust er uit. Dat is gebeurd en de vraag is hoe de orde hersteld moet worden. Nog strakkere discipline of juist los gooien? Dat laatste kennelijk, maar hoe beheers je dat?
Laten we wel zijn, na de duikvlucht van het FNV was het eigenlijk een kwestie van tijd voordat VNO-NCW ook in de problemen zou komen. Het is in ieder geval een analyse die ik al ver voor 2010 gemaakt heb. Wat mij tegenstaat is dat het nu zo struikelend, zo onwaardig gaat. Kom op; rug recht, visie ontwikkelen, leiding geven, waarheid spreken, voorbeeld geven!

Een krachtige vereniging, met ruimte voor bezinning?

Ik ben ondernemer, maar ook een romanticus, idealist. Volgens mij is dat niet strijdig met elkaar, maar erg modieus is het ook niet. Het is zo heerlijk van VNO-NCW dat je ook wat dat betreft je ei kwijt kan. Als lid van jong Management heb ik ontmoetingen (en feesten!) gehad die mij echt een kick gaven. Samen met bijzondere mensen als Leendert Bikker en Frans van Drimmelen mocht ik als voorzitter een slinger geven aan een heus uitwisselingsprogramma tussen ondernemers en politici (TOP). Er kwam echt beter begrip van. Nu ga ik regelmatig naar de Bilderbergconferentie toe, een erfenis uit de NCW tijd. Daar maak ik meer momenten van bezinning mee dan in de gemiddelde politieke bijeenkomst. Toch is daar ook wat aan het veranderen. Vorig jaar liepen er veel mensen rond die volgens mij het bezinningsdeel als een soort ‘moetje’ ervoeren en kwamen voor het politieke circus van de wandelgangen en de zaterdagochtend. Beide maken de bijeenkomst tot wat het is, maar ook hier gaat de balans weer teveel naar de politieke kant. Terug naar de basis: de leden en hun leven!

Na de vraagtekens

Het lidmaatschap van VNO-NCW is niet goedkoop voor een kleine ondernemer als ondergetekende. Ik heb de centen nooit echt geteld, in ieder geval niet in platte termen van 'rendement'.
Sinds ik lid werd van het CDA in de tijd van de door mij diep verfoeide Van Agt en zijn archaïsch taalgebruik, vind ik dat de woorden van een voorzitter er uiteindelijk niet zoveel toe doen. Het gaat om waar de club voor staat en eigenlijk mag ik Hans de Boer graag.
Het feit dat het slecht met de club gaat doet mij doorgaans er alleen maar harder voor gaan.
Maar na al die vraagtekens met verontrustende antwoorden vraag ik het mij wel af; is het nog de moete waard, dat lidmaatschap? Dat krachtige cluppie van mij?

Peter Noordhoek

Northedge

info@northedge.nl
 Copyright © 2020 -  All Rights Reserved
BTW nummer Northedge B.V.: 8192.31.472.B.01
KvK nr. Northedge B.V.: 29048758 Rotterdam
menu-circlecross-circle linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram