CONTACT

Een vluchteling, een voorzichtig optimisme en een visie

31 januari 2016
Peter

Schermafbeelding 2016-01-31 om 22.38.25

Na een week vol ontwikkelingen en activiteiten op het terrein van asielbeleid, maak ik de balans op en kom met voorstellen. Ik ben voorzichtig optimistisch, vooral als het om de opvang op lokaal niveau gaat. Ook op landelijk niveau zie ik dat we in ieder geval bij de juiste vragen uitkomen. Het voelt eerlijk gezegd alsof dat niet mag: optimistisch zijn. En toch.

Ze kwam als vluchtelinge uit Syrië, al weer een tijd geleden. Een ‘echte’. Ze kreeg de status die daarbij hoort toegekend. Ze wilde wat van haar nieuwe leven in Nederland maken en begon hard te studeren. Op basis van haar status kreeg zij al snel een huis toegewezen. Als vluchteling heeft ze daar volgens verdragen recht op. Ze maakte werk van haar integratie en had al snel een baan. Toch bleef het verlangen naar Syrië aan haar knagen. Na een paar jaar koos ze vrijwillig voor terugkeer naar Syrië, om daar een nieuw bestaan op de te bouwen. Ook dat ging goed, totdat de burgeroorlog uitbrak en uiteindelijk het oprukkende leger van IS haar opnieuw deed vluchten. Berooid terug in Nederland vroeg ze om huisvesting. Daarop kreeg ze van de gemeente te horen: ‘Nee, dat kan niet. Je hebt met je status immers dezelfde rechten en plichten als alle Nederlanders en dat bekent dat je gewoon achteraan sluit bij de verdeling van huisvesting. In deze gemeente zal je zeker 7 jaar moeten wachten.’

Wat je er ook van kan zeggen: ze is is goed geïntegreerd geraakt. De bureaucratie heeft ook haar geclaimd.

In ernst; dit is een interessante casus. Oorzaak en gevolg kunnen uit elkaar worden gehaald. Het probleem is hier niet de asielzoekster, het is ons huisvestingsbeleid en de onderliggende wetten en verdragen die hier falen en een al ernstige situatie nog erger maken. Tegelijk mag je daarbij denken: 'Jongens, dit is toch oplosbaar?!' Kennelijk niet, of niet zonder moeite. En laten we wel zijn, het huisvestingsbeleid is weer eenvoudig in vergelijking met de wijze waarop we denken het onderwijs in te moeten richten of hoe we asielzoekers en ‘gewone’ burgers aan een baan hopen te hebben. Een al dramatische situatie krijgt er zo een multiplier aan extra gedoe bij.

Stilletjes optimistisch

En toch hoeven we niet totaal pessimistisch te zijn of te worden. De afgelopen week heb ik me mogen onderdompelen in het asielbeleid. Als debatleider, inleider, gesprekspartner of gewone luisteraar heb ik nog een laagje dieper dan de gemiddelde mediavolger mee mogen doen en denken in de grootste opgave van nu. En daar ben ik stilletjes optimistisch van geworden. Dat schuilt deels in het anekdotische: ik heb veel burgemeesters, bestuurders en vrijwilligers mogen ontmoeten die zich heel scherp bewust zijn van wat er aan de hand is en die als een razende van elkaar aan het leren zijn over de beste manier om met problemen en barrières om te gaan. Rondom het concrete voorbeeld van het huisvestingsbeleid heb ik hoop dat er meer ruimte komt voor onorthodoxe oplossingen in de sfeer van hergebruik van gebouwen e.d. en dat op termijn ook de regels worden aangepast. Het zou aan alle kanten winst zijn.

Ook op andere terreinen mag gehoopt worden dat beleid onder de druk van nu wat vloeibaarder wordt. De problemen zijn er groot genoeg voor. Ik zit er wel mee dat in deze nadagen van Keulen, elke statistiek die negatief lijkt uit te pakken wordt geloofd - en geen enkele statistiek die duidt op beheersbaarheid van het probleem wordt geaccepteerd. Toch schuilt de reden voor mijn voorzichtig optimisme wel degelijk in de cijfers. De realiteit is dat de veiligheidscijfers rondom asielzoekerscentra doorgaans niet slechter (eigenlijk gewoon: beter) zijn dan die van de bevolking aldaar. De overlast is dus echt relatief gering en je mag net als voorheen verwachten dat dit tot een grotere acceptatie zal leiden van de aanwezigheid van AZC’s (zeg ik, terwijl ik vind dat we ons des te meer zorgen moeten maken over de veiligheidscijfers van 3e generatie Nederlanders van Marokkaanse achtergrond, maar dat is wel een andere discussie). Ik vind het ook de moeite waard om te constateren dat we het enige Europese land zijn waar we tot nu toe iedereen letterlijk onder dak hebben weten te brengen. Ja, het hielp dat we relatief veel minder asielzoekers opnemen dan Zweden (9x) en Duitsland (3x), maar toch.

Landelijke perspectief

Voor mij was dit dus een goede week. Ik zie dat we ons in ieder geval op bestuurlijk gebied aan het aanpassen zijn aan de nieuwe realiteit. Dat gebeurde naar mijn gevoel deze week ook wel op landelijk niveau, al is de uitdaging daar weer anders en nog moeilijker. Op landelijk niveau wordt in ieder geval het meest voelbaar hoe onbeheersbaar de vluchtelingenstroom nog altijd is en hoe hard de populistische reactie daarop is. We zitten gevangen tussen een onbeheersbare instroom en en de onmogelijkheid om daar binnen bestaande verdragen daar wat aan te doen. Wat dan rest is de fictie van het sluiten van grenzen of de true crime van de afpersing door een Turkse dictator. Toch deden twee mensen deze week op verdienstelijke manier pogingen om niet in dit dilemma vast te blijven zitten en blijf ik hopen dat onze premier ook met iets van een oplossing komt.

Diederik Samsom kwam met een op voor hem typerende manier – “ik heb met eigen ogen gezien” – met een voorstel dat neerkwam op het direct per veer terugsturen van kansloze asielaanvragers. Ik wil niet mee gaan met een al te makkelijk Diederik-bashen en zeg: chapeau.

Datzelfde geldt ook voor de reactie van Sybrand Buma, al was dat vooral een herhaling van wat hij eerder heeft uitgesproken (in ieder geval al voordat de VVD met vergelijkbare voorstellen kwam): de wens om het vluchtelingenverdrag aan te passen en allen die nu vanuit oorlogsgebieden komen de status van ‘ontheemden’ te geven, wat hun verblijf in Europa een meer tijdelijke status zou kunnen geven. Het is een duivels dilemma: Europa wil, nee moet, de vluchtelingenstroom beheersbaar maken. Zonder dat lijkt de geopolitieke basis onder Europa weg te vallen. Tegelijk is het zomaar terzijde schuiven van het Vluchtelingenverdrag en andere humanitaire uitgangspunten een pad waarop je de beschavingsbasis onder datzelfde Europa weg kunt halen.

Net als mensen die daar meer verantwoordelijkheid voor dragen dan ik, heb ik mij voor proberen te stellen wat wijsheid is. Dit zijn mijn gedachten, zo u wilt: mijn visie.

Aan de ‘harde’ kant

Het eerste waar ik voor pleit is een hardere strijd om het Midden-Oosten en de Nafri-landen. De strijd in Syrië moet tot een oplossing komen en ‘boots on the ground’ zullen nodig zijn. Maar dit kan niet anders dan een tijdelijk oplossing zijn en kan al snel tot nieuwe problemen leiden, zeker met de Russische dreiging op de achtergrond. Liever zie ik een slimme strijd gevoerd worden via slimme investeringen in de regio. Het Noord-Afrikaanse probleem is uiteindelijk van sociaaleconomische aard en niet primair religieus. Zowel defensie als OS-inspanningen zullen gecombineerd fors omhoog moeten.

Het tweede waar ik voor pleit is het aanpakken van de dictaturen. Leiderschap doet er toe; ook en juist in de tijd Putin. Het Internationaal Strafhof zal (meer) werk moeten maken van het verwijt van xenofobe demagogie. Het afwentelen van interne problemen op rassen en andere volkeren hoort strafbaar te zijn en tot vervolging te leiden. Als Nederland horen we daarin in meerdere opzichten voorbeeldgedrag te tonen.

Het derde waarvoor gepleit kan worden zijn quota. Hier ben ik echter voorzichtig. De aantallen zullen ruim genoeg moeten zijn om echte vluchtelingen welkom te laten zijn en dat lijkt mij moeilijk handhaafbaar te zijn zonder extra maatregelen. Dan komen we toch echt uit bij het Vluchtelingenverdrag en enkele knellende beperkingen ervan.

Als het om verdragen gaat

Ik volg Buma als het om het hanteren van de status van ‘ontheemden’ gaat. Tegelijk weet Buma ook wel dat de ontheemden daarmee nog niet snel terug zijn in hun land. Als het er op aan komt gaat het altijd meer om het voorkomen dat ze überhaupt komen.

Mijn beeld is dat de verdragen opnieuw onderhandeld dienen te worden, maar dan op het niveau van continenten en niet van individuele landen. De buitengrenzen dienen altijd die van een continent te zijn en niet die van een enkel land. Een vluchtelingenstroom zoals die in de negentiger jaren ontstond op de Balkan, zal dus altijd binnen Europa worden opgevangen. Het is wel degelijk van een andere orde om ook de vluchtelingen op te vangen die uit brandhaarden uit het Midden-Oosten of Noord-Afrika komen, al was het maar om de aantallen. Waar ik zeer voor ben is om echte vluchtelingen (via Safe havens) uit te nodigen om te komen, maar dan houdt Europa dus de controle. Voor het overige is het dan aan Frontex en de nationale regeringen om de grenzen te handhaven.

Aan de ‘zachte’ kant

Ik weet niet hoe ‘zacht’ het echt is, maar ik zou er zeer voor pleiten om de integratie van vluchtelingen onder de nieuwe realiteit veel eerder ter hand te nemen dan nu het geval is. Geen jaren wachten voordat een opleiding kan worden gevolgd of een baan kan worden gezocht, maar al na een of meer maanden. Het lijkt mij daarbij logisch dat vluchtelingen wel een basispakket aan rechten horen te genieten, maar dat voor het volle pakket ze echt minstens zo hard moeten werken als de autochtone bevolking en dat geldt zeker voor het vinden van een huis.

Om terug te komen naar het voorbeeld van het begin: de Syrische vluchtelinge heeft een enorme prestatie geleverd toen ze hier voor het eerst als asielzoekster kwam. Ze leverde nog een tweede prestatie toen ze uit eigen beweging weer naar Syrië ging. Natuurlijk had ze daarom direct recht op een huis bij terugkeer: ze had zich meer bewezen dan menig Nederlander ooit zal doen.

Peter Noordhoek

Northedge

info@northedge.nl
 Copyright © 2020 -  All Rights Reserved
BTW nummer Northedge B.V.: 8192.31.472.B.01
KvK nr. Northedge B.V.: 29048758 Rotterdam
menu-circlecross-circle linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram