CONTACT

Prognose PS2015: wie draagt de uitslag?

15 maart 2015
Peter

In december 2014 heb ik een prognose afgegeven voor de verkiezingen van de provinciale staten op 18 maart die ronduit extreem was: 15 zetels voor het CDA ten opzichte van de 11 die er nu zijn. Nu zeg ik: dat was niet extreem; dat was een vorm van idiote, doorgekookte, geheel bezopen en lief naïeve hoogmoed. En ik ga er toch niet op terugkomen. Ik ben wel zo verstandig om mijn weddenschap wat aan te passen (lafaard, zegt er nu iemand naast me): bij twaalf zetels of minder wordt het karnemelk, bij 15 wordt het wijn, daartussenin een glaasje water.

Toets aan de actualiteit

Ook ik moet ergens van uitgaan voordat ik het kan verrijken met mijn argumenten. In december was dat het gemiddelde van de peilingen op dat moment, nog voor de Kerstcrisis. Nu neem ik simpel de laatste peiling als uitgangspunt, die van De hond op 15 maart.

Als altijd geeft hij een indicatie van de zetelverdeling bij tweede kamer verkiezingen. Voor het CDA zijn dat er 22, 1 omlaag. Simpel door tweeën gehakt, zou dat 11 zetels voor het CDA in de Eerste kamer betekenen. Ai, ai, ai. Ik proef de zure smaak van karnemelk al.
Gelukkig maakt De Hond mij in een bijlage een stuk gelukkiger. Daar staat alle prognoses op een rij voor de verschillende provincies. In maar liefst 7 provincies zou volgen De Hond het CDA op dit moment de winnaar worden! Uiteindelijk zouden van de 570 statenzetels er 93 van het CDA worden, een ruime eerste plaats. Toch zou dat bij een Eerste Kamer verkiezing niet meer dan 12,3 zetel betekenen. Hierin valt te zien hoezeer het politieke landschap ten opzichte van 2011 verder is versnipperd. Het is ook geen juiste telling. Een statenzetel in Zuid-Holland telt veel zwaarder door dan een zetel in Zeeland of Flevoland. Het gevolg is waarschijnlijk dat de echte prognose nog onder de 12 uit zal moeten komen.

Drie factoren

Daarmee ben ik er (gelukkig) nog niet. De echte test is uiteraard op 18 maart zelf. Voor wie mijn blog niet gelezen heeft: ik baseerde mijn voorspelling op het gemiddelde van de peilingen half december (ook 12 zetels) en ging er vervolgens van uit dat vlak voor de verkiezingen de tot dan toe zeer stabiele peilingen scherp in beweging zouden komen ten gunste van het CDA door drie factoren: 1) opkomsteffect; 2) momentum door regionale effecten en 3) debateffect. Deze effecten kunnen nog steeds hun krachtige rol spelen. Het minst zeker was en ben ik door dit laatste effect. Rutte leek het spel weer uitstekend te kunnen spelen en bleef moeiteloos overeind in de debatten (wat ik er inhoudelijk van vind heb ik o.a. laten weten in de campagneblog van 8 maart). Wat echter het hele spel anders heeft gemaakt, ook voor Rutte, is het effect van alle integriteitsincidenten. Lang ben ik van mening geweest dat dit geen grote rol zou spelen bij de uitslag en dat tegelijk Buma geen voordeel zou hebben van zijn rol in de debatten, met als gevolg een uitslag die eerder richting 12 zetels zou gaan. Ik ben daar nu niet meer zo zeker van. Het aantal incidenten is te groot en laat een partij zien die alle regie kwijt is. Ik heb teveel meegemaakt in mijn eigen partij om dit met genoegen op te schrijven, maar het is wel hoogst onverwacht en opmerkelijk. “Incidents, my boy, incidents”, zoals MacMillan placht te zeggen op de vraag waarom iets niet ging zoals verwacht.

De PP-test

Dat brengt mij bij een laatste toetsing op de door mij verwachte uitslag. Ik noem het de PP-test. Deze gaat er van uit dat een verkiezing wordt gewonnen door de partij bij wie persoon en partij elkaar het meeste versterken. Dit is mijn weging en dan ziet de lezer waarschijnlijk direct wat ik bedoel.

  • VVD: de persoon (Rutte) wordt niet langer gedragen door de partij. Ik zal nooit de kracht van de premierspositie onderschatten, maar de partij in zijn eentje dragen? Dat leek hem te lukken tot en met het opstappen van Opstelten en Teeven, maar zijn aanvallen op het CDA en de uitglijder van Schippers lijken te laten zien dat de rek er uit is.
  • PvdA: de partij is een last voor een aantal goede bewindspersonen en een partij die zelf last heeft van de persoon van de lijsttrekker. Tegelijk wordt de partij nu niet geteisterd door de interne conflicten van voor de Kerst. Heel verstandig houdt iedereen in de PvdA zich rustig, maar maakt zich daarmee wel afhankelijk van de anderen
  • PVV: de persoon is de partij en andersom. Dat kan heel goed uitpakken, maar mijn aan de straat ontleende beeld is dat de zichtbaarheid van de partij heel wat minder is dan vier jaar geleden. Ik betwijfel dan ook of ze dezelfde score gaan halen.
  • D66: Zowel persoon als partij leken beide krachtig. De een droeg de ander. Wie ziet hoe de persoon Pechtold heeft geopereerd in en na de raadsverkiezingen, weet dat de partij sterk ten dienste van de visie van de persoon is komen te staan: hij bepaalde welke college er in welke gemeente moest komen. Mijn beeld is daarom nu dat de persoon de partij draagt. Als die persoon minder in de vorm is – en dat lijkt in de debatten wel het geval – wordt de partij kwetsbaar.
  • SP: de partij draagt de persoon en heeft daar wel wat werk aan, maar Roemer doet het deze verkiezing onmiskenbaar beter dan voorheen.
  • CDA: daar is weinig twijfel over: de partij draagt de persoon en de persoon maakt daar goed gebruik bij. Weinigen zullen Sybrand Buma tot winnaar van de verkiezingsdebatten uitroepen, maar hij is zeer consequent in zijn lijn, maakt geen fouten en versterkt zo het stabiele beeld van de partij – en stabiliteit is wat kiezers nu zoeken.
  • Groen Links: de persoon draagt de partij terug naar haar oude positie. Groen Links gaat zo de rol vervullen die de klein Christelijke partijen altijd vervulden. Benieuwd hoe het verder gaat als duidelijk wordt dat Groen Links en CU inhoudelijk nagenoeg op dezelfde lijn zitten.
  • Christen Unie en SGP: voor beiden zijn de partijen van oudsher belangrijker dan de persoon, maar je nu zie je dat personen de partij verder kunnen brengen dan de partij zichzelf kan brengen.
  • Partij voor de Dieren: persoon en partij lijken goed samen te vallen. De vraag is of de partij niet verder kan komen zonder een persoon die een heel smal (en nogal verbeten) profiel heeft.
  • Lokale partijen: we zien dat lokale partijen die een landelijk profiel wikken het niet zonder aansprekende personen kunnen doen. In Zuid-Holland is dat Hilbrand Nawijn. In de publiciteit hebben we weinig mogen vernemen. Zal dat in Friesland anders zijn? Reken maar> daarmee zie ik echter nog geen grote beweging ontstaan.

De PP-test lijkt toch het beste uit te pakken voor CDA, SP, GL, CU, SGP en PvdD. Partijen als D66 en PvdA hebben moeite hun balans te vinden. Bij de PVV wordt de kwetsbaarheid steeds beter zichtbaar en bij de VVD is de balans zoek. Dat deze laatste partij goed staat in de peilingen zegt dus veel over de kracht van Rutte, maar niet over zijn partij. Het zou kunnen dat dit zich gaat wreken bij de opkomst. Vindt de kiezer het nog de moeite waard om voor naar de stembus te gaan? We zullen het zien.

Grens

Dit was de laatste blog (ook in videovorm) voor 18 maart. Ik heb mijn best gedan om mijzelf uit te dagen en ik hoop dat genoeg lezers en kijkers het de moeite waard vonden om het te volgen. Al doende is bij mij een overtuiging gegroeid dat het democratisch en partijpolitiek niet goed zou zijn als we met een soort gedoogconstructie verder zouden gaan die partijen van echt verschillende richtingen op een hoop gaat gooien. De kiezers kiezen niet voor niets verschillend. Daar zou naar geluisterd moeten worden. Ja maar, het land moet toch geregeerd worden? Ja, maar waarheen? Als de huidige coalitie met C3 door wil gaan, dan wens ik ze veel succes. In alle andere gevallen: niet te lang blijven onderhandelen en naar de kiezer gaan.

Maar één ding: ga vooral wel stemmen!

 

Peter Noordhoek

Northedge

info@northedge.nl
 Copyright © 2020 -  All Rights Reserved
BTW nummer Northedge B.V.: 8192.31.472.B.01
KvK nr. Northedge B.V.: 29048758 Rotterdam
menu-circlecross-circle linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram