CONTACT

Na Charlie: kamers, ketens, kansen

11 januari 2015
Peter

Deze week beleefden we een heus ‘Europees moment’, ik zeg het de columnist van Trouw Goslinga graag na. Over nationale grenzen heen was er een echt moment van eenheid in de verwerping van wat in Parijs is gebeurd. Wat woensdag begon met koelbloedige moorden, eindigde zondag in een mars van meer dan een miljoen mensen. En er zijn nog miljoenen meer die de afgelopen dagen mee zijn gezogen in de emotie rond de moorden van de cartoonisten. We zijn niet allemaal Charlie, dat is onzin, maar we hebben ons met die leuze wel weerbaar getoond. Dit pikken we niet. Maar wat gaan we nu doen?

Maandag gaan we weer aan het werk, wordt alles weer ‘normaal’. En wat dan? Wat doen we met die weerbaarheid? Hier wil ik een poging doen om zo saai en taai als maar kan een antwoord op die vraag te formuleren. Dat is nodig. De emotie zoals die vanaf woensdag voelbaar werd, niet in het minst en zeer begrijpelijk doorgegeven langs de kant van de journalisten, moet in iets blijvends vertaald worden. Iets dat gewoon moet worden. Maar wat dan? Hoe dan? Door het winnen van een ‘oorlog’? Onmogelijk woord, maar triest genoeg resoneert het.

imagesIk moest aan 100 jaar en een paar maanden geleden denken. In augustus 1914 barste de emotie over een moord in Sarajevo los en talloze mannen melden zich voor de gewapende strijd in het leger. Het eindigde in een massaslachting waar we nu niets meer van begrijpen. Nu ging er geen enkel rekruteringsbureau open.

Op 9/11 vlogen vliegtuigen in de torens het World Trade Centre en de muren van het Pentagon. In een prachtig cartoon werd donderdag verbeeld hoe de aanval op Charlie Hebdo het 9/11-moment was voor de journalistiek. Na 9-11 werd er ook ten strijde getrokken. Tegen Afghanistan, Irak. Nu roept nog niemand om een aanval tegen IS of Jemen en zelfs niet om een verdere ingreep in Syrië, terwijl toch aantoonbaar de wortels van het IS-geweld liggen. Wie weet nog waar de vijand woont? Zoals Bernard Hammelburg overtuigend in het NRC schreef deze kerst: er zijn geen winbare oorlogen meer. Maar dat kan toch niet hetzelfde zijn als nergens meer voor vechten?

Ik denk niet dat Le Pen en Wilders het zo bedoelen, en zeker Hollande niet in zijn speeches, maar de werkelijkheid is dat het enige strijdperk dat we overhouden voor een oorlog tegen ‘de achterlijke vormen van Islam’ dit Europese continent zelf is. Het is een gedachte waar ik mijn hart niet omheen gevouwen krijg, maar dat wordt al snel geen oorlog, maar iets dat meer de trekken krijgt van een soort burgeroorlog, zeker als het allerlelijkst verbonden wordt met migratie-, oorlogs- en godsdienstvraagstukken. Laten we niet vergeten dat de moordenaars geboren en getogen Fransen zijn.

De analogie met oorloog maak je in de hitte van het moment – of als je en politiek punt wilt maken, maar zal maandag terecht weer verdwenen zijn. De spanningen in een open samenleving bestaat uit duizenden kleine momenten en niet uit een paar veldslagen. Al het goede dat ook in die momenten zit en zelden de media haalt is wat wel de veerkracht van een samenleving bepaalt en die veerkracht hoeft niet te worden onderschat. Dan nog is de situatie ernstig genoeg. Het enige algemene antwoord op deze dreiging van een niimages-1euw soort burgeroorlog, of het idee ervan, is iets dat gelegen moet zijn in de waarden van onze oude beschaving. Maar ik wil hier niet meedoen in de race wie de mooiste woorden kan vinden voor onze beste principes. Ik geniet nog na van de woorden van mensen als Aboutaleb en anderen, daar heeft u deze blog niet voor nodig. Veel liever dan over oorlog en brede principes, wil ik het juist hebben over de vraag hoe we weer kunnen normaliseren en institutionaliseren.

Daar zijn beslist middelen voor: de regels van het recht, beleid, instituten en samenwerking. Dat wat saai en taai is. Eigenlijk moet ik het dan hebben over wat er in de buitenwijkenwijken van Parijs en Reims moet gebeuren, maar dat kan ik niet en moet ik niet willen: dat is zaak voor de Fransen zelf. Het gaat hier om waar we vanuit Nederland wel bij kunnen: dat wat Europa kan doen. Mijn voorstellen, allen voortgekomen uit de vraag ‘waarom is dat er nog niet?’, vat ik graag samen onder de noemer van: kamers, ketens en kansen. Dit is wat ik graag zou zien om tot betere vormen van institutionaliseren van ons migratie- en integratievraagstuk te komen – op Europees en nationaal niveau.

Kamers

Het start bij de grenzen van Europa: bij de havens, luchthavens en grenssteden. Er is wel degelijk iets van een invasie gaande. In duizenden komen mensen richting het continent, soms in door de smokkelaars verlaten schepen. Het hoort bij ons dat we van die massa weer individuen maken. Sommigen daarvan komen terecht hier naar toe, velen kunnen beter teruggaan, anderen mogen zich niet op het continent vertonen. De beslissing hierover wordt nu in Nederland genomen door ‘Vreemdelingenkamers’ die dat in de praktijk te laat, niet goed onderbouwd en te ver van de grenzen doen. Veel logischer zou het zijn als er een ring van Europese Vreemdelingenkamers zou komen bij de havens aan het Zuidfront, bij de luchthavens die de hubs van Europa vormen en de modderige opvangkampen aan de grenzen in het uiterste oosten. Daar wordt de beoordeling gedaan, daar wordt ook bepaald wie naar welk land kan gaan. Op dit moment bezwijken de Zuid-Europese landen onder de last van het opvangen van vreemdelingen, laat staan dat ze de beoordeling nog goed doen. Sommige landen krijgen teveel, andere (Oost-Europa) te weinig vreemdelingen uit het Midden-Oosten of Noord-Afrika op te vangen. De afzonderlijke lidstaten kunnen nog steeds zeggenschap houden door een eigen check uit te voeren op degenen die binnenkomen. Correcties blijven mogelijk., beroep ook. Afschuiven en uitstellen krijgen echter minder kans. De kamers, samengesteld uit vertegenwoordigers van de lidstaten, doen bij de grenzen van land, lucht en water hun uitspraken.

Ketens

Na de uitspraak in de kamer begint het natuurlijk pas echt. Migratie en integratie kunnen alleen zinvol op Europees niveau bekeken worden, al blijven nationale grenzen wel degelijk onmisbaar in het toesnijden van de opvang naar iets dat houdbaar blijft. Dan hebben we het opbouwen van ketens van instellingen door Europa heen. Dat moet op ten minste drie niveaus gebeuren: op het niveau van veiligheid, migratieopvang en integratie.

  • veiligheid

Ik ben een Atlanticus, maar het is meer dan de hoogste tijd voor een Europese defensiemacht. Terwijl we in Parijs demonstreren voor een goede zaak, is er nog altijd een bevroren brand in de Oekraïne die dagelijks levens kost. Sancties zijn misschien de beste manier om er mee om te gaan, maar op geen enkele manier wordt daarmee het beeld van fundamentele zwakte weggenomen. De brandhaarden Syrië en Irak horen wel degelijk te worden aangepakt, maar het is ronduit gênant hoe machteloos we feitelijk zijn. Soft power werkt niet zonder de mogelijkheid van hard power. Dit werkt op allerlei manieren door naar andere vraagstukken, inclusief die van drugs- en mensensmokkel. Kom op met die Europese krijgsmacht.

  • migratie      

Zodra er meer duidelijkheid is over de vraag welke migranten waar naar toegaan, wordt het ook makkelijker om de opvang goed aan elkaar te schakelen. Dit blijft een opgave voor de lidstaten zelf, maar de afstemming zal beslist minder vrijblijvend moeten dan nu het geval is, inclusief straf en beloning voor het niet of juist goed benutten van de migratieketens.
Frontex is er om te helpen ‘bij het bewaken van de grenzen van het Schengen-verdrag’. Het is in mijn ogen een vrij machteloze speelbal van de lidstaten. Ik geloof niet dat de Australische aanpak van het rücksichtsloos terugsturen van boten in de kleine plas van de Middellandse Zee zou werken, maar dit is weer het andere uiterste. Schengen is net als de verdeling in euro en niet-eurolanden eerder een teken van zwakte dan van Europese kracht. Frontex en de nieuwe defensiemacht moet samengaan.

  • integratie

Hoewel nog meer en nationale kwestie dan het thema migratie, worden de randvoorwaarden voor een succesvol integratiebeleid in een land stevig bepaald door randvoorwaarden die alleen op Europees niveau kunnen worden beinvloed. Zonder een basisgevoel van veiligheid krijgt integratie in ieder geval weinig kans. Als ik denk aan de wijze waarop er – niet – werd samengewerkt in de kwestie rond het luchtruim van de MH17, dan vermoed ik dat het gebrek aan samenwerking rondom veiligheid en integratie nog groter is. Aanpakken dus.
Maar het mag niet zo zijn dat alles rond het thema van integratie gericht zou moeten zijn op veiligheid. Integendeel. De eigenlijke integratie opgave is positief gericht: op onderwijs en banen en dan zo dat de autochtone bevolking zich niet voelt achtergesteld ten opzichte van de nieuwe burgers. Vreemde ogen dwingen. Dus: samenwerken over de grenzen heen en elkaars inspanningen ook auditeren en vergelijken.

Kansen

Twee dagen voor de moorden in Parijs stond er in de new York Times een indrukwekkend artikel over het verval van Europa. In dat artikel werd een nadrukkelijke verbinding gelegd tussen het ‘geboortetekort’ in Europa, dat al daalt vanaf de jaren ’70, en het gebrek aan elan van het continent. Echt nieuw was het niet wat het artikel omvatte, maar opnieuw werd duidelijk gemaakt hoe we terug zakken en hoezeer we ons in de loop van de tijd afhankelijk hebben gemaakt van anderen. Van de VS uiteraard, maar ook van de Arabische olie en de Chinese economie. En elke keer als we naar onszelf kijken, kijken we weg. De Amerikaanse krant wijst daarbij nadrukkelijk op nog een andere afhankelijkheid: die van arbeidskrachten van buiten het continent. We kunnen echt niet zonder. De krant heeft gelijk. U en ik kunnen er niet op rekenen dat we ‘handen aan het bed hebben’ als we oud en gebrekig zijn zonder inbreng van allochtone werknemers. Het beste zou zijn als we de beste konden uitselecteren voor de vacatures die er nu aan gaan komen, maar zo werkt het niet. We hebben een grote en concrete opgave om nieuwe Nederlanders en nieuwe Europeanen tot studies en goede banen toe te laten. Nu jagen we er teveel weg en alleen degenen die geen andere keuze hebben, blijven. Kansen bieden is het sluitstuk van wat we in Europa moeten doen en het begin van wat we hier in Nederland kunnen oppakken.

Goed, dit is mijn voorstel. Mijn drieslag. Laat de echte specialisten nu maar zeggen hoe het werkelijk moet. Echter, noch in de verkiezingen voor het Europees Parlement, noch in de media heb ik de afgelopen jaren een samenhangende en aansprekende aanpak mogen lezen. De voorstellen die vandaag in Parijs worden besproken zijn voor mij nog teveel meer van hetzelfde. Ze pakken niets fundamenteels aan, maar kunnen wel de rechtstaat ondermijnen. Misschien hebben ze wel gelijk en is meer niet haalbaar, maar dan pak ik toch weer even de emotie van vandaag: ik ben Charlie, ik ben dapper, ik ben wakker en ik wil het anders.

Peter Noordhoek

Northedge

info@northedge.nl
 Copyright © 2020 -  All Rights Reserved
BTW nummer Northedge B.V.: 8192.31.472.B.01
KvK nr. Northedge B.V.: 29048758 Rotterdam
menu-circlecross-circle linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram