CONTACT

De staat in alle Staten. Prognose PS15

28 december 2014
Peter
Categorie: 

Zoals toegezegd, mijn prognose voor de Statenverkiezingen van maart 2015 (PS15), omgezet in Tweede Kamerzetels. Eerst volgt een snelle voorspelling, gebaseerd op een paar op de peilingen gebaseerde aannames. Erg veel zegt dat dus niet, maar goed. Vervolgens neem ik afscheid van de snelle lezer en ga stuk voor stuk een aantal strijdpunten langs, met steeds daarbij het antwoord op de vraag of dit als een plus of min voor een partij als het CDA zal uitpakken bij de komende verkiezingen.

Na boom, ballen en buik

Na de jaarwisseling beginnen we overnieuw, zo luidt een oude campagnewet. Na boom, ballen en een te dikke buik breekt een heel ander leven aan, zo is de gedachte en de illusie (spreek voor jezelf, Noordhoek, zo hoor ik brommen). Vervolgens gaan we door de molen van de nieuwjaarsrecepties en is het zo weer tijd voor de krokusvakantie, al dan niet met wintersport. Eind januari wordt dan wel met extra belangstelling gekeken hoeveel geld er in de portemonnee komt, maar voor de meesten in loondienst zal de verschuiving klein zijn. En als die blik in de portemonnee kritisch uitvalt, wat dan? Sommigen zullen het kabinet met genoegen en zonder aarzeling naar huis sturen. Bij enkelen zal dan de herinnering aan de kerstcrisis met al het gedoe rond de vrije artsenkeuze nog een rol spelen, maar de meesten zullen al niet meer weten waar het over ging. Velen moeten alleen maar zuchten bij het idee dat er weer verkiezingen komen. Het zal wel. Met andere woorden; al degenen die nu al bezig zijn met de uitslag van de verkiezingen van maart 2015, en zeker degenen die denken dat ze kunnen voorspellen wat de uitslag zal zijn, moeten zich na laten kijken.

Goed, ik heb mezelf nagekeken.

Het helpt niet. Na vorig jaar correct de raads- en Europese verkiezingen voor het CDA te hebben voorspeld, is het dom maar onvermijdelijk om nu een derde poging te doen, richting de provinciale staten en waterschapsverkiezingen van maart 2015, met de samenstelling van de Eerste Kamer als bonusuitkomst (de eigenlijke verkiezingen daarvoor zijn pas in juni). Ik vertel mijzelf het bovenstaande als reminder dat niet iedereen dezelfde fascinatie heeft met verkiezingen. Het is een punt waar ik later op terug zal komen, maar eerst iets over de opzet van deze analyse.

Ik begin direct met het geven van een prognose. Het wordt mijn prognose in Tweede Kamerzetels, redelijk plat en in belangrijke mate gebaseerd op een combinatie van de huidige peilingen. Vervolgens ga ik twijfelen, ernstig twijfelen. Bij die twijfelt hoort het besef dat de dynamiek per provincie en waterschap behoorlijk zal verschillen. Bij die twijfel hoort zeker dat er peiltechnisch heel veel aan de hand is rond deze verkiezingen. Al die twijfels loop ik per strijdpunt langs, wat weer de basis kan worden voor een bijstelling van de prognose. Tegen die tijd zitten we al lang in LLL-land (Lekker lang Lezen). Om het nog een beetje binnen de perken te houden, concentreer ik mij op de uitslag voor het CDA en op de provincie Zuid-Holland. Per saldo zie ik deze uitgebreide analyse als een soort test op de prognose. Wel een gevaarlijke. The stakes are high. Gaat het mis in maart moet ik karnemelk drinken, waar ik echt de griebels van krijg. Gaat het goed, dan hef ik het glas wijn.

Prognose

Deze keer lijkt het op grond van de peilingen niet zo moeilijk te voorspellen wat het CDA gaat presteren. Kijk maar naar de trendlijn van de Peilwijzer, een maandelijks uitkomende gemiddelde van een aantal peilingen. Zie hoe sterk en gelijkmatig de lijn van het CDA in figuur 1 in de periode van de tweede Kamerverkiezing in 2012 naar december 2014 omhoogloopt van 13 toen naar 21 zetels nu[1] en bedenk daarbij dat geen van de andere grote partijen zo’n gelijkmatige groei laat zien (om het leesbaar te houden zijn slechts 2 x 2 trends afgedrukt: D66 versus CDA en CU versus SGP, enigszins vergelijkbaar in ontwikkeling).

Trek de lijn van het CDA met een liniaal door en dan kom je in maart uit op 23-24 zetels. Als de regel weer opgeld doet dat een lage opkomst goed is voor een partij als het CDA, dan levert een effect van zo’n 10% een uitslag op van ten minste 26 zetels – en dat is rekening houdend met een behoorlijke opkomst van de PVV-stemmers op ten minste het niveau van vier jaar geleden, ondanks dat de PVV sindsdien heel wat macht-, niveau- en leiderlozer overkomt.
Dan tel ik er nog twee effecten bij op. De eerste heeft met het effect te maken van een structureel onderschatten door de peilers van de CDA-stem. Ik hou het mild; dat scheelt 1 zetel, met afronding kom ik dan op 27 uit.
Dan de laatste, lastigste factor. In de laatste week van een verkiezing scherpen tegenstellingen zich aan en komt er als het ware een krul op de trend. Bij de vorige statenverkiezing was dat een krul naar beneden, bij deze wordt het een krul naar boven. Dan kom ik op een bandbreedte 2-4 zetels uit als mijn inschatting juist is en ga dus in totaal op 30 zitten. Rechttoe, rechtaan, een kind kan de was doen. Ik zal er dus wel naast zitten.

Smeltende ijsschotsen

Tot zover deze semi-doordachte manier om een verkiezing te voorspellen. Einde blog voor de snellezers. Voor de LLL’s onder ons – die van Lekker Lang Lezen – volgen nu een aantal plussen en minnen die mijn gevoel bij de komende verkiezingen meer bepalen dan wat hierboven is opgeschreven. Ik heb echt de griebels van karnemelk, maar dat gaat natuurlijk nergens over. De lol en de waarde schuilt in de inhoudelijke analyse. Daarbij gelijk al deze kwalificatie: ook ik moet mij ergens op baseren en in dit geval is het redelijk onzinnig om uit te gaan van een gemiddelde van een aantal peilingen als de peilingen zoals dit keer zo ver uiteen lopen. Tussen de peiling van Peil.nl (De Hond) en die van de Politieke Barometer (TNS-NIPO) van het CDA zit soms meer dan 9 zetels verschil! Voor de grote partijen geeft de Peilwijzer een foutmarge van 4 zetels aan; veel! De peiling van EenVandaag direct na de kerstcrisis laat een verlies van 2 zetels voor het CDA zien en een winst van 2 zetels van de PvdA. Dan denk ik: de peilingen van nu zijn als ijsschotsen in een rivier in de tropen, ze smelten waar je bij staat. Je loopt er overheen met plonsgarantie. Overigens ben ik geneigd om de schuld daarvan niet in de schoot van de peilers te schuiven. Ik geef de ‘schuld’ aan mijn lieve eigenwijze partijgenoten. Zolang als ik ze ken, via vele, vele trainingen en bijeenkomsten, weet ik dat het grootste deel van die leden meedoen aan peilingen zonde van de tijd vindt en behoorlijk normatief aankijkt tegen alles wat zich over het internet beweegt. Dan wordt het moeilijk (en duur) peilen voor al die bureaus als het om de CDA’ers gaat.

Plussen en minnen

Naast het al genoemde voorbehoud bij opkomst, peilingen en ‘krul-effect’, komt het verder bij mij vooral aan op een half-zinnig en onverantwoorde mix van plussen en minnen. Toch zit juist in die plussen en minnen mijn lol, want hier maakt de gok plaats voor een ‘stretchen’ – mooi woord – van mijn inzichten en ervaring in campagnes. Wat hoor ik als ik mijn oor tegen de grond hou, signalen uit de media haal, extrapoleer uit het verleden? Wat zal daarbij als vanouds zijn, wat anders? Al die mensen die nu heet zijn van de kerstcrisis, zijn die het in maart nog steeds? Vier jaar geleden leek alles te gaan om de kans van de PVV om regeringsmacht overeind te houden. Nu is Wilders de leider van een van twee extreem linkse partijen die in termen van macht geen deuk in een pakje boter slaan. Wie wil daarvoor op een gure maartdag naar de stembus gaan? Ik bedoel maar. En zo kunnen we verder – en leuker – gaan plussen en minnen. Ik start bij een plus; de eigen provincie, Zuid-Holland.

Zuid-Holland - een +

Provinciale Statenverkiezingen gaan over de provincie. Echt waar. Net zoals waterschapsverkiezingen over waterschappen gaan. Ook waar. Hier neem ik Zuid-Holland als voorbeeld, al was het maar omdat bij de laatste verkiezingen Zuid-Holland een heel aardige weerspiegeling bleek te zijn van het totaal van de uitkomst. Ook waar? Ja, Zuid-Holland is veel meer dan een grootstedelijke regio. Het heeft groene polders, het Groene Hart, de Duin- en Bollenstreek. Per saldo zorgen de circa 14 regio’s en ongeveer 30 grotere steden voor een XXL puzzel. Als campagneleider heb ik alle 14 regio’s en (middel)grote steden leren kennen. Dat heeft mij de nodige jaren gekost. De mix is buitengewoon complex en veelvormig. Er zijn een paar regio’s die zich in gebondenheid laten vergelijken met ‘echte’ provincies: Westland, Duin- en bollenstreek, Goeree en de Waarden zijn campagnetechnisch net zo omvangrijk en sterk als gebieden in bijvoorbeeld Overijssel en Zeeland. Tegelijk zijn grote delen van Zuid-Holland vervinext en moet je in de grote steden weer per wijk en soms straat kijken hoe de electorale samenstelling is. Mix deze kennis met het besef dat politieke partijen relatief weinig actieve leden hebben en dat de campagnebudgetten het formaat hebben van een druppel op een gloeiende plaat en dan is het beeld compleet. Heerlijk. En toch ben ik er van overtuigd dat het met een goede campagne mogelijk is om 1, 2 zetels verschil te maken. Het CDA hoort samen met de SP en PvdA tot de partijen die normaal gesproken weten hoe ze maximaal rendement uit een campagne kunnen halen. Bij de PvdA en SP heb ik daar dit keer echt vragen bij. De VVD is nooit een echte campagnepartij geweest en zal dat dit keer ook niet worden. Daartegenover staat de opkomst van D66 als campagnepartij en zullen CU, GL en SGP met veel vertrouwen hun campagnes voeren. Voor het CDA staan de seinen letterlijk en figuurlijk op groen. Het been wordt bijgetrokken op social media gebied, de stedelijke gebieden zien er steeds groener uit en de ‘vibe’ is goed. Meer ga ik er niet over zeggen om de huidige campagneleider niet voor de voeten te lopen, maar bij Zuid-Holland zet ik echt een plus – en daarmee ook voor de andere provincies, met of zonder opvallende lijsttrekkers als Ger Koopmans, Sander de Rouwe en Eddy van Heijum.
Bij deze paragraaf hoort een gedicht. Het is voor de provincie Zuid-Holland geschreven en ik had het niet kunnen schrijven zonder alle kennis die ik via het campagnevoeren heb opgedaan van de provincie.

De zee trekt Zuid-Holland strak
Stranden markeren gele duinen
en dijken met daarachter volgebouwd
groen dat in een vlakke kuil zich uitrolt
richting in veen zinkend achterland

Bollenland vecht tegen bouwbehoeftes
Plat polderland wacht om met files te worden gevuld
In wegen gekaderd Gouda bewaakt een oosten
waarin we allen zoeken naar ons groene hart
om het te vinden in waarden vol vaste waarden 

Ondertussen krabben kassen richting Rotterdam
en varen schepen die stad in een visgraat los
met kranen en torens er langs als drukke wachter
boven het land van Maarten ’t hart
en een door forenzen ingenomen delta 

niemand kan Zuid-Holland claimen
we hebben het allemaal van elkaar afgepakt
Maar niemand kan het ons ook ontnemen:
de zee, de duinen, de polder
de dijken, het veen, het groen 

Zo kon ik dichten. Omdat ik de provincie ken. Omdat het CDA de provincie, de provincies kent. Dat wordt zeker een plus.

Wie is de meester van het nieuws? - + / -

Over wie wordt gesproken? Welke partij beheerst het nieuws? Wie heeft nog het vermogen om in beeld te komen te midden van 15 verschillende partijen en bij een publiek dat de blik afwendt van de politiek?

Wie dat als maatstaf neemt voor electoraal succes krijgt een frons in het voorhoofd als naar het CDA wordt gekeken. Nemen we de monitor van december en kijken we hoe het met de ‘Share of Voice – print’ of de ‘Share of Voice – online’ gaat (dus: aanwezigheidsaandeel in gedrukte media en internet / social media) dan zien we dat het CDA een wel heel erg klein aandeel van de aandacht krijgt. Voor gedrukte media ontvangt de partij slechts 4,7% van de aandacht versus 24% voor de PvdA! Alleen al CU en SGP scoren meer dan het dubbele met elk rond de 11%. Gaat het om het internet is de verhouding iets minder scheef en ontlopen D66 en CDA elkaar nauwelijks met 12%. Toch, als het klopt dat de gemiddelde CDA-kiezer minder internetvaardig is, dan is dat slecht nieuws. Of niet?

Het is niet waar dat ‘elke publiciteit goede publiciteit’ is. Dat hangt er van af of je op de weg omhoog of de weg omlaag zit. VVD en vooral PvdA zijn hard op weg omlaag en dan is elke vorm van publiciteit onwelkom. Wij hebben geen ‘negative campaigning’, wordt er vaak in Nederland gezegd. Dat klopt, maar voor we ons teveel op de borst kloppen; je zou ook kunnen zeggen dat die rol wordt overgenomen door de (social) media; het beruchte roedelgedrag. Wie er hier niet als een winnaar uitziet, krijgt ongenadig er van langs en dat meestal ver voorbij de grenzen van objectieve vergelijking. Dit keer zijn de PvdA en in mindere mate de VVD aan de beurt. Het is niet moeilijk te voorspellen wat de gevolgen van dit destructieve gedrag zal zijn: geen partij die nog de oppositie voor de regering wil verruilen. Om de PvdA en VVD heen zie je dan ook vooral de partijen in de media terecht komen die tegen de macht aan schurken, maar er toch ook afstand van willen houden, de ‘C3’. De PVV heeft een pers die of slecht of stil is, maar juist door die schaarste aan scherpe pers spint de partij er naar het lijkt garen bij en wordt vergeten van welke partij ook al weer die afsplitsingen komen. Kortom; richting maart hoop ik dat er veel aandacht voor de PVV zal zijn (dat ik dat nog eens zou schrijven). De SP heeft goud in handen met een leeglopende PvdA en een sterk en simpel zorgstandpunt, maar Roemer heeft alle reden om de grote mediadebatten met angst en beven tegemoet te zien, of dat nu op het eerste of op het tweede scherm is.

De beste, maar minste pers is ondertussen voor de partijen die hun afstand houden: CDA en GL. Ik vind met name de aandacht voor het CDA dus wel erg laag. Al snel wordt dan ook gezegd: “Ik hoor nooit iets van ze”. Nu is het ook wel pech dat juist op de dag dat je met drie zeer inhoudelijke boodschappen komt, de kerstcrisis in de senaat uitbreekt. Dan moet de partij maar hopen dat via via duidelijk wordt dat je anders bezig bent dan de rest. Maar dat zal nog niet zo eenvoudig zijn. Alles wegend, en uitkomend op een plus / min, meen ik dat de stilte rond het CDA de stilte van een broedende kip is. Van het CDA zelf en van de vele kiezers die naar een alternatief, een tweede keus zoeken. Steeds meer mensen, zo is mijn overtuiging, zien dat in het CDA, maar het is nog te vroeg voor een luide doorbraak. Kijkend voorbij maart naar een volgende Tweede Kamerverkiezing, is dat anders.

Naast de provinciale dimensie en de media-aandacht weegt er meer mee. Ik loop snel wat strijdpunten af en dan ga ik naar een soort van finale toe.

  • de strijd om de doelgroepen – plus, plus

Elke moderne campagne draait om doelgroepen en dat geldt al helemaal voor deze verkiezingen. De gemiddelde Nederlander heeft geen boodschap aan de provincie of het waterschap, maar de gemiddelde ondernemer in de harde sector heeft er wel een visie op en dat geldt al helemaal voor de agrariër of de milieuactivist. Dat zijn de kiezersgroepen waar het nu om draait voor de plus of de min – en dan heeft het CDA, met D66, een duidelijke kans om de stem bij een partij als de VVD weg te halen.

  • de blik in de portemonnee – min

Je wilt als regering liever geen verkiezing ingaan met een slechter loonstrookje aan het einde van de januarimaand. Dat lijkt het kabinet dit keer te lukken. Omdat de meeste grote hervormingen ook achter de rug zijn, betekent het dat de ministers weinig slecht nieuws hoeven te brengen en – in het geval van de VVD- wel een belastingverlaging in het vooruitzicht kunnen stellen, wat ze ongetwijfeld ook zullen doen. Blijven de kleine puntjes van de ouderenzorg, de vrije artsenkeuze en de dreigende chaos in het sociaal domein (het buitenland lijkt al weer weg te zakken als bron van angst). Hoe zegt men dat ook alweer in het Engels? ‘The negative stands out’. Toch, het totale beeld is positief voor het kabinet en haar gedoogpartners. Het CDA zal zeker geen profijt hebben van het feit dat ze daadwerkelijk constructieve oppositie heeft gevoerd en vaker met de regering heeft meegestemd dan een partij als D66.

  • de twijfel over de opkomst – plus

Lang is gedacht dat slecht weer de opkomst negatief beïnvloedt, wat weer gunstig is voor een partij als het CDA. Wetenschappelijk onderzoek in een land als Zweden lijkt dat niet te bevestigen. Voorlopig hou ik er echter aan vast dat slecht weer in de hoofden van mensen die opkomst wel omhoog jaagt. Mensen die een proteststem willen uitbrengen hebben slecht weer in het hoofd. Mijn gevoel is dat door de kerstcrisis meer mensen met een mening de kerst uitkomen dan anders het geval zou zijn. Dat is gevaarlijker voor de opkomst dan het simpele feit dat een Eerste Kamer samenstelling belangrijk kan zijn voor het voortbestaan van het kabinet. Het is op dit punt dat zal blijken of de PVV nog een vuist kan maken. Opnieuw verwacht ik dat – op een provincie als Friesland na – de lokale partijen er niet in zullen slagen de opstap naar de provincie te maken. Dat zou de PVV veel ruimte moeten kunnen geven. Maar wat stelt de PVV in het vooruitzicht? Ze hebben minder te bieden dan 4 jaar gelden en toen viel het al tegen. Inmiddels hebben ze nog veel duidelijker dan toen laten zien hoe incompetent de partij en haar leider is. Toch, gelet op de heftige antistemming, zou de opkomst relatief hoger kunnen zijn dan bij bijvoorbeeld de Europese verkiezingen. Aan de andere kant is er ook meer reden voor de potentiële kiezers van andere partijen om te komen, waaronder het gegeven dat er voor de eerste keer een combinatie met de waterschapsverkiezingen zal zijn. Dat laatste geeft een marginaal effect, maar elke provinciale verkiezing bestaat uit een stapeling van marginale effecten.

Tot slot, misschien wel de sleutelfactor.

  • de strijd om het vertrouwen – plus, plus

In november heeft president Obama en zijn partij een enorme nederlaag geleden bij de mid-term elections. In augustus was ik in de VS en je voelde het al aankomen, ook in gesprek met een aantal campagnespecialisten van republikeinse zijde. De republikeinen voelen nog steeds de pijn voelen van de wijze waarop ze in 2012 van Obama verloren en weten eigenlijk nog steeds niet wat ze tegenover de werkwijze van zijn campagneteam moeten zetten, maar toch ze die maanden voor de mid-term verkiezing al het gevoel erg kansrijk te zijn. Het werd een complete afgang voor de democratische partij – en dit ondanks dat de economie sterk aan het verbeteren was, de werkgelegenheid beter werd en het nieuwe zorgsysteem best redelijk ging functioneren. De kiezers hadden het helemaal gehad met Obama.
Datzelfde is nu voelbaar rond dit kabinet. De vraag is niet of dit kabinet daar wat van gaat merken, de vraag is hoe. We weten allemaal – ho, ho, mijnheer de analist. Echt? – veel mensen zien deze verkiezingen in het licht van de Eerste Kamerverkiezingen. Maar wat betekent het als de uitslag slecht is voor het kabinet? Gaat dan het CDA of Groenlinks helpen om het gat dichten? Het zal interessant worden om te zien wie er voor de debatten in de weken voor de verkiezingen zullen worden uitgenodigd. Die debatten zullen gaan draaien om een vraag als deze. Is het antwoord niet helemaal helder, dan wordt het kluitjesvoetbal waarin spelers elkaar voor de kuiten trappen en het publiek de blik zal afwenden. Is het wel helder, dan valt het speelveld uiteen en komt er wellicht zicht op de individuele klasse van de spelers en worden de schoppers in het veld minder interessant. Wie zal de kiezer dan steunen?

We zullen het zien. Hier heb ik een voorspelling gemaakt op basis van 4 x een onzekere factor: zachte peilingen, een onbekende correctiefactor, een ongebruikelijke opkomstweging en een vooraf niet in te schatten ‘krulfactor’ vanuit de hete fase. Kort voor de aller heetste fase zal ik nog en keer naar mijn voorspelling kijken, maar voor nu hou ik het op mijn voorspelling van omgerekend 30 Tweede Kamerzetels.

Peter Noordhoek

 

NB Deze blog wilde ik vorige week al publiceren, maar de tijd ontbrak mij. Om toch vast te houden aan mijn wekelijkse blog schreef ik snel een tekst naar aanleiding van een interview met de nieuwe baas van de Rabobank, Wiebe Draijer. Het is niet alleen een van de meest gelezen blogs geworden van dit jaar, het heeft ook veel directe reacties losgemaakt in de vorm van telefoontjes en andere uitingen, niet zelden van (oud-)bankiers. Serendipity rules. Het komt mij voor dat ik hier nog niet over uitgeschreven ben, maar graag wil ik voor nu iedereen bedanken die heeft gereageerd. Met zoveel zorg en goodwill moet deze bank er weer bovenop kunnen komen, al zal het nooit meer worden zoals het was. Ik kan alleen maar hopen dat we over enige tijd hetzelfde over de politiek zullen zeggen.

[1] gebaseerd op het midden van de foutmarge in het gemiddelde van de peilingen, zie figuur 2.

Dit artikel is in aangepaste vorm ook verschenen in Opiniestukken op 29 december 2014.

Northedge

info@northedge.nl
 Copyright © 2020 -  All Rights Reserved
BTW nummer Northedge B.V.: 8192.31.472.B.01
KvK nr. Northedge B.V.: 29048758 Rotterdam
menu-circlecross-circle linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram